Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Samen beslissen over hulp
Jongere in rolstoel

Beslismodel

Toelichting op de aanbevelingen

  • Beoordeel samen met het kind en de ouders wat de aard en ernst van hun vraag of probleem is. Beslis vervolgens samen met hen over de best passende hulp. Doorloop de volgende kernstappen:

    1. Verhelder de vraag.
    2. Maak een probleem- en krachtenanalyse (als dat nodig is).
    3. Stel doelen op. 
    4. Beslis over passende hulp. Verken en mobiliseer hierbij het sociale netwerk rond het gezin.
    5. Voer de hulp uit (niet uitgewerkt in deze richtlijn).
    6. Evalueer de resultaten van de hulp en beslis over vervolg of beëindiging.

  • Als een gecertificeerde instelling start met de uitvoering van een jeugdbeschermingsmaatregel zijn de stappen van vraagverheldering en probleem- en krachtenanalyse vaak al gezet. Bespreek in dat geval het raadsrapport en de beschikking. Onderzoek ook waar de vragen en behoeften van het gezin liggen. 

  • In het raadsrapport en de beschikking zijn vaak hulpdoelen beschreven, maar deze vragen om uitwerking en prioritering. Benut de ruimte in het beslisproces om samen met gezinnen keuzes te maken, ook over de invulling van hulp. Het raadsrapport en de beschikking van de kinderrechter stellen randvoorwaarden aan de hulp. 

  • Wees je ervan bewust dat beslissen moeilijk is en dat mensen het vaak lastig vinden om veel informatie te verwerken. Maak daarom een helder onderscheid tussen de informatie die je verzamelt, de gedachten en ideeën die je daarover hebt, de conclusies die je trekt en de beslissingen die je op basis van die conclusies neemt. Gebruik hulpmiddelen om valkuilen in besluitvorming te vermijden en reflecteer samen met een gedragswetenschapper regelmatig op de lopende zaken.

  • Verzamel alleen informatie die nodig is om de vraag van de cliënt te verhelderen, diens doelen te bereiken en beslissingen over passende hulp te nemen. Waak wel voor een kokervisie en houd rekening met meerdere mogelijke verklaringen voor symptomen of signalen van problemen. 

De stappen in de beslismodellen komen in grote lijnen overeen: zie de verdieping en onderbouwing hieronder. Dit zijn de belangrijkste stappen:

  1. Krijg inzicht in de vraag van het kind en de ouders (vraagverheldering).
  2. Verken verder wat de aard en ernst is van de vraag of problemen (probleem- en krachtenanalyse).
  3. Bepaal de belangrijkste doelen waaraan het kind en de ouders willen werken (doelen opstellen).
  4. Beslis welke hulp het best aansluit bij de vraag en doelen van het kind en de ouders. Verken en mobiliseer daarbij het sociale netwerk.
  5. Voer de hulp uit.
  6. Evalueer de doelen en geboden hulp en beslis over het vervolg.

Besluitvorming vindt vaak niet plaats in een eenmalige cyclus, maar in meerdere cycli achter elkaar.

Beslismodellen: processtappen

Aan intuïtieve, ongestructureerde besluitvorming kleven veel nadelen. Daarom zijn er diverse modellen ontwikkeld om de besluitvorming te structureren. De belangrijkste zijn: 

  • de diagnostische cyclus (De Bruyn et al., 2003; Witteman et al., 2014),
  • de handelingsgerichte diagnostiek (Pameijer & Draaisma, 2011),
  • het handboek psychodiagnostiek (Tak et al., 2014),
  • het beslismodel van de (voormalige) Bureaus Jeugdzorg (Eijgenraam et al., 2010),
  • de Deltamethode Gezinsvoogdij (PiResearch & Van Montfoort, 2009)
  • het matched-care-model en het stepped-care-model (Sobell & Sobell, 2000). 

Al deze modellen hebben een doelgericht en cyclisch proces. Ook expliciteren en structureren ze de besluitvorming door het proces in verschillende stappen of fasen op te splitsen. 

De modellen hebben een aanzienlijke overlap. De beroepsverenigingen van orthopedagogen (NVO) en psychologen (NIP) zijn het erover eens dat de diagnostische cyclus een belangrijk kader vormt voor het professioneel handelen. De handelingsgerichte diagnostiek borduurt voort op de diagnostische cyclus, evenals het beslismodel van de voormalige Bureaus Jeugdzorg. 

De Deltamethode Gezinsvoogdij is ontwikkeld voor de gedwongen hulpverlening. Het besluitvormingsproces in dit model verschilt echter niet wezenlijk van dat in de andere modellen. Het is dus niet noodzakelijk om een onderscheid in het proces te maken tussen gezinnen die zichzelf voor hulp aanmelden (vrijwillige hulpverlening) en gezinnen die door anderen aangemeld worden of gedwongen hulpverlening krijgen.

Stepped en matched care 

Stepped care en matched care worden vaak gezamenlijk genoemd. Beide modellen zijn manieren om tot de best passende zorg te komen en gaan uit van een goede analyse van de situatie. Maar de modellen hebben wel duidelijk verschillende uitgangspunten. Bij stepped care wordt zo licht mogelijk met hulp gestart en wordt de hulp zo nodig (op basis van evaluatie) geïntensiveerd. Matched care gaat uit van de juiste hulp op het juiste moment - zo licht mogelijk, maar zwaar als dat nodig is.

Bij stepped care maakt een jeugdprofessional, op basis van een klinisch oordeel en kennis over ‘wat werkt’, samen met het kind en de ouders een keuze voor een eerste interventie. Vervolgens beoordelen hulpverlener en gezin op basis van evaluatie/monitoring of het nodig is de interventie voort te zetten (als er wel vooruitgang is geboekt maar de doelen nog niet behaald zijn), stop te zetten (als de doelen zijn behaald) of een stap verder te gaan door andere, zwaardere, intensievere of meer ingrijpende hulp in te zetten (bij onvoldoende vooruitgang). Dat laatste heet ‘stepping up’.

Bij matched care kan lichtere hulp overgeslagen worden, als er aanwijzingen zijn dat intensievere hulp effectiever is gezien de aard en ernst van het probleem. 

Het risico van stepped care is dat het kind en de ouders te lichte hulp krijgen die onvoldoende effect heeft. Critici van matched care waarschuwen juist voor het risico van overbehandeling, doordat professionals te snel besluiten tot te intensieve hulp.