3.1.6. Onderlinge relaties tussen jongeren
Toelichting op de aanbeveling
-
Geef jongeren de kans om te oefenen in positief omgaan met elkaar en ondersteun ze hierbij.
Positieve omgang met elkaar
De manier waarop jongeren met elkaar omgaan, bepaalt voor een groot deel de sfeer in de groep. Dankzij positieve relaties voelen zij zich veiliger en meer verbonden.
Daarom is het belangrijk dat je als jeugdprofessional actief bijdraagt aan hoe deze omgang vorm krijgt. Bespreek met jongeren wat zij belangrijk vinden in de omgang met elkaar, hoe zij de sfeer ervaren, welke regels zij belangrijk vinden en welke groepsactiviteiten zij willen organiseren. Zorg dat je hierbij goed luistert en hun inbreng serieus neemt.
Jongeren hebben ondersteuning nodig bij het leren aangeven van hun grenzen. Weet daarom hoe jongeren zich tot elkaar verhouden, stel duidelijke en eerlijke grenzen met redelijke consequenties. Door jongeren medeverantwoordelijk te maken voor de sfeer en onderlinge interactie stimuleer je hun om elkaar aan te spreken en te onderhandelen.
Optimaal ontwikkelingsklimaat
De manier waarop jongeren met elkaar omgaan, heeft veel invloed op het pedagogisch klimaat. Goede relaties tussen jongeren beïnvloeden hun individuele gedrag en leiden tot betere behandeluitkomsten (Boendermaker et al., 2013; Sonderman et al., 2021).
Als je contact tussen jongeren, hun ouders en bredere netwerken stimuleert, voelen ze zich vaak meer verbonden en gesteund. Ook gezamenlijke activiteiten zoals sporten dragen daaraan bij (Boendermaker et al., 2013; Sonderman et al., 2020). Als professional speel je een actieve rol in het vormgeven van een optimaal ontwikkelingsklimaat. Je moedigt jongeren aan om zelf bij te dragen aan hun persoonlijke groei en ontwikkeling (Van der Helm et al., 2021, 2024).
Verdieping en onderbouwing
Verbondenheid
Ondersteuning, hulp en steun
Passend bij de basisbehoefte verbondenheid, ervaren jongeren sociale steun als onderdeel van positieve relaties met hun begeleiders (Chatfield et al., 2020; Chartier & Blavier, 2022). Sociale steun draagt bij aan een positief pedagogisch klimaat (Heynen et al., 2016). Het bieden van steun kan ook voortkomen uit een accepterende grondhouding, waarbij 'accepterend’ betekent dat jongeren niet worden veroordeeld. Juist wanneer professionals in staat zijn om onwenselijk gedrag te begrenzen, kunnen jongeren verbondenheid en ondersteuning ervaren. Dit vraagt van professionals een evenwicht tussen flexibiliteit en controle (Van der Helm et al., 2011, 2024).
Dagelijkse interactie
De dagelijkse interactie tussen professionals en jongeren vormt een belangrijk onderdeel van het pedagogische klimaat binnen de jeugdhulp. Onderzoek toont aan dat positieve en consistente interacties het gevoel van verbondenheid en veiligheid kunnen versterken, wat bijdraagt aan het herstel en behandeling van jongeren in jeugdzorgomgevingen (Eltink et al., 2024; Smith et al., 2020).
Recente meta-analyses van pedagogische benaderingen tonen aan dat consistente responsiviteit van professionals de ontwikkeling van een veilige hechtingsrelatie kan bevorderen, wat op lange termijn gunstige effecten heeft op het emotionele en psychosociale welzijn van jongeren (Eltink et al., 2024; Riemersma et al., 2023). Verschillende teamsamenstellingen en reorganisatieprocessen kunnen deze negatieve aspecten verder versterken (Dekker & Van Miert, 2020; Van Gink et al., 2018). Een negatief pedagogisch klimaat, vooral wanneer het repressieve elementen omvat, kan de behandeling van jongeren belemmeren (De Valk, 2019), bijvoorbeeld door een gebrek aan zelfregulatie (Billen, 2022).
Verder hebben diverse onderzoeken aangetoond dat een stimulerende en verrijkte omgeving gunstig is voor de hersengroei, vermindering van psychopathologie en het bevorderen van herstel en ontwikkeling (Kinnaficka & Thøgersen-Ntoumanib, 2014; Klitzman & Stellman, 1989; Van der Helm et al., 2021).