3.1.5. Ontwikkelingsgericht werken
Toelichting op de aanbeveling
-
Houd bij het creëren van een positief pedagogisch klimaat rekening met de basisbehoeften van jongeren. Bevorder hun autonomie, verbondenheid en competentie. Gebruik hierbij de vooraf opgestelde en gedeelde verklarende analyse.
Drie basisbehoeften voor ontwikkeling
In de zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci (2017) staan drie basisbehoeften beschreven, die het pedagogisch klimaat ondersteunen: autonomie, verbondenheid en competentie. Door deze behoeften te ondersteunen, bevorder je de motivatie voor gedragsverandering en stimuleer je zelfregulatie bij jongeren (Van der Helm et al., 2018).
- Autonomie: de vrijheid en invloed die jongeren ervaren bij het uitvoeren van activiteiten.
- Competentie: het vertrouwen in het eigen kunnen.
- Verbondenheid: het gevoel van veiligheid en vertrouwen dat jongeren ervaren in hun omgeving en in relaties met anderen.
Basisbehoeften vanuit de schematherapie
De schematherapie beschrijft zeven basisbehoeften van kinderen en jongeren (Vereniging voor schematherapie, 2025). Door hier aandacht voor te hebben, kun je bijdragen aan groei en ontwikkeling. Verschillende methodieken kunnen daarbij helpen, zoals de 5 minuten methode (Welleman et al., 2011), de Cirkel van Veiligheid en Vertrouwen, en geweldloos verzet (Pelzer & Winters, 2024).
Meerdere studies tonen aan dat jongeren gehoord willen worden (art. 12 IVRK) en begrip willen ontvangen van professionals (Harder et al., 2012, 2020; Pelzer & Winters-van Ekelen, 2024; Van der Helm et al., 2018). Houd daar in de interactie jongeren rekening mee. Dat kan bijvoorbeeld op deze manieren:
- Bied met een dagelijkse routine structuur, waarbij je ruimte geeft om te oefenen met ontwikkelingstaken.
- Laat jongeren serieus meedenken over de invulling van het dagelijks leven op de groep. Bespreek samen de regels en activiteiten en los samen problemen op.
- Houd familie en vrienden dichtbij. Werk samen met ouders en andere belangrijke mensen uit het sociale netwerk en zorg dat ze welkom zijn op de groep.
- Praat met de jongere over school en vrijetijdsbesteding. Toon interesse in de ervaringen en inlevingsvermogen bij ervaren belemmeringen, stimuleer bij school en vrije tijd en ondersteun daarbij.
- Bied enerzijds empathie en emotionele steun en zorg anderzijds voor een goede samenwerkingsrelatie die gericht is op taken en doelen.
- Stel samen met jongeren betekenisvolle doelen op die haalbaar zijn. Maak hierbij gebruik van de gedeelde verklarende analyse.
Betrek jongeren bij beslissingen
Jongeren hebben er recht op dat professionals hen betrekken bij beslissingen. Dit is ook nodig voor groei en ontwikkeling. Zingeving speelt een belangrijke rol, vooral omdat jongeren in jeugdhulp met verblijf vaak worstelen met gevoelens van zinloosheid en een negatief zelfbeeld (Dings, 2020; Ryan & Deci, 2017).
Het Kinderrechtencollectief (z.d.) geeft deze praktische tips aan professionals om kinderen en jongeren beter te betrekken:
- Bereid gesprekken goed voor. Geef jongeren duidelijke informatie om na te kunnen denken over keuzes.
- Geef ruimte jongeren om hun gedachten en gevoelens te uiten.
- Neem de inbreng van jongeren serieus bij het nemen van besluiten.
- Geef een terugkoppeling wat er met de inbreng is gedaan.
- Vertel jongeren dat ze bezwaar kunnen maken als ze het niet eens zijn met een besluit.
Werk met haalbare doelen
Voor het ontwikkelingsproces van het kind of de jongere is het belangrijk om haalbare doelen te stellen. Hierbij gebruik je de uitkomsten van de gedeelde verklarende analyse die is opgesteld voorafgaand aan de start van de jeugdhulp met verblijf of bij overplaatsing. Bij een gedeelde verklarende analyse kijken de betrokkenen niet alleen naar wat er aan de buitenkant zichtbaar is, maar vooral naar de oorzaken daarachter. Een verklarende analyse wordt samen met de jongere, de ouders, mensen uit hun omgeving en betrokken professionals gemaakt. Er wordt in kaart gebracht wat er speelt, wat er goed gaat, wat eerder geprobeerd is en wie er kunnen helpen. (Tempel et al., 2022; richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing).
De analyse helpt dus bij het kiezen van de juiste behandeling of therapie, maar is ook belangrijk voor hoe je het pedagogisch klimaat vormgeeft – binnen de groep én in de klas. De analyse helpt je als professional om waardevolle inzichten toe te passen in je werk met jongeren in jeugdhulp met verblijf en het onderwijs.
Doelen stellen in jeugdhulp met verblijf begint met het erkennen van de unieke behoeften, mogelijkheden en omstandigheden van iedere jongere. Betrek hen actief bij het bepalen van doelen die relevant en haalbaar zijn voor hun individuele ontwikkelingstraject (Kuin & Boyer, 2014).
Zorg voor open communicatie
Jongeren kunnen doelen stellen als ze zich gehoord, gerespecteerd en ondersteund voelen (Kuin & Boyer, 2014; Kovács et al., 2021). Zorg als professional voor open communicatie, zodat ze zich vrij voelen om gedachten, zorgen en doelen te delen, zonder bang te zijn voor oordelen of kritiek (Kovács et al., 2021).
Haalt de jongere de doelen niet, dan kan dit voelen als falen. Laat het daarom meedenken over doelen die passen bij de situatie. Merk je bijvoorbeeld dat iemand moeite heeft om op tijd op te staan? Ga dan samen op zoek naar wat nodig is om het doel wel te halen. Zo werk je stap voor stap aan zelfregulatie.
Houd rekening met terugval
Het is belangrijk om niet alleen positief gedrag te belonen en coping mechanismen te herkennen, maar ook om voorbereid te zijn op eventuele terugval. (Harder et al., 2012; Van der Helm, 2011).
Jongeren in jeugdhulp met verblijf kunnen vanwege hun ontwikkelingsgeschiedenis meer moeite hebben om hun emoties te reguleren, waardoor ze sneller in onveilige relationele situaties belanden (Chartier & Blavier, 2022). Het gebrek aan emotieregulatie hangt vaak samen met onveilige hechtingsstijlen (Costa et al., 2020). Blijf als professional flexibel en begripvol in je aanpak en zorg dat je weet hoe zelfregulatie en hechting werken. Als je bij het stellen van doelen al rekening houdt met een mogelijke terugval, heeft dat een positieve invloed op het pedagogisch klimaat en helpt het de competentie van de jongere te versterken (Kovács et al., 2021; Van der Helm, 2011).
Het stimuleren van relationeel herstel hoort bij de begeleiding. Door de band tussen jongeren en hun ouders te versterken, draag je als professional bij aan een groter welzijn van jongeren (Shalem et al., 2022).
Verdieping en onderbouwing
Wat bedoelen we met een pedagogisch klimaat?
Het pedagogisch klimaat in deze richtlijn is gebaseerd op de definitie van het leefklimaat van Kok (1984) en de bevordering van een gezonde ontwikkeling (Boendermaker & De Baat, 2010; Van der Helm et al., 2024). Een pedagogisch klimaat is volgens Kok (1984) een element om methodisch groepswerk op te zetten en om positievere uitkomsten voor de motivatie en behandeling te realiseren (Todorovic et al., 2017). In de wetenschappelijke literatuur worden verschillende termen gebruikt, zoals leefklimaat en sociaal klimaat. De keuze voor de term 'pedagogisch klimaat' benadrukt de focus op leer- en ontwikkelingskansen voor kinderen en jongeren in jeugdhulp met verblijf (Stams & Van der Helm, 2017; Van der Helm et al., 2024).
Definitie: De kwaliteit van de sociale en fysieke omgeving met betrekking tot voldoende en noodzakelijke voorwaarden voor fysieke en geestelijke gezondheid, herstel en persoonlijke groei van cliënten, met inachtneming van hun menselijke waardigheid, mensenrechten, maar tevens – voor zover niet ingeperkt door juridische maatregelen – met inachtneming van hun persoonlijke autonomie, met als doel succesvolle participatie in de samenleving (Stams & Van der Helm, 2017; Van der Helm et al., 2024).
Hieronder een korte toelichting op enkele begrippen uit bovenstaande definitie
- Met de kwaliteit van de fysieke omgeving worden schone, aantrekkelijke ruimtes bedoeld waar kinderen en jongeren inspraak hebben in de inrichting, inclusief buitenruimtes, dragen bij aan herstel en ontwikkeling (Van der Helm et al., 2019, 2024).
- Herstelbevorderend werken is gericht op het ondersteunen van kinderen en jongeren bij het verwerken van trauma's en het herstellen van relaties (Pelzer & Van Den Bogaard, 2021).
- Autonomiebevorderend werken houdt in dat kinderen en jongeren de ruimte krijgen om keuzes te maken en invloed uit te oefenen op hun eigen leven.
Autonomie
Repressie: aantasting van de basisbehoefte autonomie
In het pedagogisch klimaat is een goede balans tussen controle en autonomie gewenst (Leipoldt et al., 2022). Een aspect dat deze balans kan verstoren is repressie. Repressie wordt gekenmerkt door een te grote mate van (oneerlijke) controle, straf en strenge regels, wat de autonomie van jongeren aantast. Daarnaast ontbreekt bij repressie vaak de privacy voor jongeren en de flexibiliteit van professionals (De Valk, 2019; Stams & Van der Helm, 2017; Van der Helm et al., 2024). Meerdere studies tonen aan dat repressie verband houdt met verschillende stressfactoren binnen de organisatie, gebrek aan deskundigheidsbevordering, een hoog personeelsverloop en gevoelens van machteloosheid bij professionals (Dekker & Van Miert, 2020; Roest, 2022; Wolff & Baglivio, 2017). Het heeft een negatieve invloed op de motivatie van jongeren en de groepssfeer, wat kan leiden tot een vicieuze cirkel van meer repressie (Leipoldt, 2022; Stams & Van der Helm, 2017; Van der Helm et al., 2024).
Het leefklimaat
Een positief pedagogisch klimaat kenmerkt zich door een omgeving die ontwikkeling stimuleert, structuur en veiligheid biedt, onderling vertrouwen bevordert en bijdraagt aan respect en warmte (Eltink et al., 2015; Sonderman et al., 2021). Het draagt bij aan de gevoelde veiligheid van jongeren en vermindert antisociaal gedrag en agressie (Eltink, 2020; De Valk, 2019; Stams & Van der Helm, 2017; Van der Helm et al., 2024). Professionals dienen zich in te spannen om een positief pedagogisch klimaat te creëren en tegelijkertijd signalen van een negatief pedagogisch klimaat te herkennen en erop te reageren. Om als positief te worden ervaren, moeten jongeren zich gesteund en gerespecteerd voelen (Stams & Van der Helm, 2017; Van der Helm, 2019).
Een negatief pedagogisch klimaat wordt gekenmerkt door een gebrek aan structuur, wat kan leiden tot verveling en onderlinge vijandigheid onder jongeren (Stams & Van der Helm, 2017). Bovendien kan het gepaard gaan met machtsmisbruik en oneerlijke regels (repressie) (De Valk, 2019). Pedagogische verwaarlozing en een controlerende aanpak door medewerkers zijn ook veelvoorkomende kenmerken (Van der Helm et al., 2011, 2024). Het creëren van een positief pedagogisch klimaat vereist actieve betrokkenheid van organisaties, professionals, jongeren en hun netwerk (Van der Helm et al., 2011, 2024). Professionals dienen zich in te spannen om een positief pedagogisch klimaat te creëren en tegelijkertijd signalen van een negatief pedagogisch klimaat te herkennen en erop te reageren.
Wat is het belang van een pedagogisch klimaat?
Een pedagogisch klimaat bevordert het herstel en ontwikkeling (art. 6 IVRK) bij jongeren in jeugdhulp met verblijf (Boendermaker & De Baat, 2010; Kok, 1984; Van der Helm et al., 2024). Het belang van een positief pedagogisch klimaat binnen jeugdhulpinstellingen kan niet worden onderschat. Zowel vanuit maatschappelijk perspectief als vanuit wetenschappelijk oogpunt groeit de aandacht voor het bevorderen van een stimulerend, opvoedkundig en huiselijk pedagogisch klimaat (Stams & Van der Helm, 2017; Van der Helm, 2019, 2024). Dit streven biedt professionals een leidraad om onderscheid te maken tussen een positief pedagogisch klimaat en een klimaat dat verbetering behoeft. Een dergelijk klimaat biedt jongeren een veilige, ondersteunende en stimulerende omgeving waarin ze zich kunnen ontwikkelen en groeien (art. 31 IVRK). Een positief pedagogisch klimaat creëert een gevoel van veiligheid en geborgenheid voor jongeren die mogelijk uit een onveilige thuissituatie komen, wat bevorderlijk is voor hun welzijn en ontwikkeling. Bovendien biedt het professionals de mogelijkheid om jongeren te begeleiden en op te voeden, waardoor ze vaardigheden en coping mechanismen kunnen ontwikkelen die hen helpen om te gaan met uitdagingen en tegenslagen. Daarnaast bevordert het emotionele welzijn van jongeren door hen te voorzien van ondersteuning, erkenning en positieve interacties. Het bevorderen van een positief pedagogisch klimaat kan ook bijdragen aan het ontwikkelen van zelfregulatievaardigheden bij jongeren. Door een veilige en ondersteunende omgeving kunnen ze leren omgaan met emoties, stress en uitdagingen.
Haalbare doelen
Eigen regie is noodzakelijk, om doelen te behalen. Hierbij gaat het om het vormen van een samenwerkingsverband tussen de jongere, professionals en ouders (Roest, 2022). Daarnaast is belangrijk dat de gestelde doelen voor de jongere realistisch zijn en binnen een redelijke termijn kunnen worden behaald, rekening houdend met de specifieke omstandigheden en mogelijkheden. Professionals dienen zich bewust te zijn van het feit dat het behalen van doelen een proces is dat tijd en consistentie vereist. Daarnaast is het aan de professionals om de stem en het perspectief van de jongere serieus te nemen en te integreren in het proces van het stellen van de doelstellingen. Hoewel de relatie tussen hen niet altijd gelijkwaardig is, is het van vitaal belang om de mening en de voorkeuren van de jongere serieus te nemen bij het vaststellen van doelen (Riemersma et al., 2023; Roest, 2022).
Het betrekken van de jongere bij het stellen van haalbare doelen impliceert ook een focus op empowerment en autonomie. Het doel is om de jongere te ondersteunen bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen, het nemen van verantwoordelijkheid voor hun eigen ontwikkeling en het maken van beslissingen die aansluiten bij hun persoonlijke waarden en doelen (Kovács et al., 2021).