Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Samen beslissen over hulp
Jongere in rolstoel

Licht verstandelijke beperking en opvoeding

Toelichting op de aanbeveling

  • Wees je bewust van de invloed van een cognitieve beperking bij ouders op de opvoeding en ontwikkeling van het kind.

Ouders met een licht verstandelijke beperking (lvb) verschillen in de mate waarin ze moeite hebben met de opvoeding. De ernst van hun verstandelijke beperking beïnvloedt hun opvoedingsvaardigheden. Daarnaast functioneren ze gemiddeld beter als zij beschikken over:

  • emotionele stabiliteit;
  • een positief zelfbeeld;
  • impulscontrole;
  • frustratietolerantie;
  • een gewetensfunctie;
  • (zelf)vertrouwen;
  • vermogen tot zelfreflectie.

Sommige vaardigheden zijn belangrijk voor de opvoeding. Denk aan het vermogen om zelfstandig een huishouden te voeren, te leren, het geleerde in andere situaties toe te passen, situaties in te schatten, ondersteuning te vragen en hulp te aanvaarden. Deze vaardigheden kunnen bij ouders met een verstandelijke beperking minder goed ontwikkeld zijn of ontbreken (Nederlands Jeugdinstituut, 2013).

Naarmate hun kind ouder wordt, moeten ouders hun manier van opvoeden kunnen aanpassen aan diens veranderende behoeften. Ze moeten in staat zijn zich te richten op diens belangen, hun kind op een positieve manier aandacht te geven en een evenwicht te vinden tussen enerzijds ruimte bieden en anderzijds eisen en grenzen stellen. Als ouders deze vaardigheden missen, heeft dit een negatief effect op de opvoeding.

Hetzelfde geldt voor veelvuldig bestraffen en autoritair of niet-invoelend zijn. Ouders met een lvb slagen er vaak niet in om zich aan te passen aan de veranderende behoeften van hun kind en hebben vaak geen realistische kijk op wat het kind kan of wat je ervan kan vragen. Zij bespreken bijvoorbeeld zaken met hun kind die veel te belastend zijn, gedragen zich soms zelf als een kind – denk aan het per se willen winnen bij spelletjes – en denken dat de baby of kleuter huilt om hen te pesten (Nederlands Jeugdinstituut, 2013).

Veel ouders met een lvb ervaren stress, bijvoorbeeld door werkloosheid, een lage sociaaleconomische status, een geschiedenis van falen of een gebrek aan steun (Feldman et al. 2002). Deze stress leidt vaak tot een vijandigere opvoedstijl en gebrek aan warmte en responsiviteit in het opvoeden.

Als je als jeugdprofessional vermoedt dat ouders een lvb hebben, is het belangrijk om na te gaan in hoeverre hun opvoedingsvaardigheden beperkt zijn. Belangrijk is dat ouders voldoende veiligheid en ontwikkelingsperspectief kunnen bieden aan hun kinderen. Een goed ondersteunend netwerk kan hieraan bijdragen.