3.1.1. Tijd en aanloop nemen
Toelichting op de aanbeveling
-
Neem de tijd voor aanloop en opbouw voordat je met het toekomstperspectief aan de slag gaat. Kijk wat de jongere nodig heeft om zich vanuit de persoonlijke situatie en voorgeschiedenis op de toekomst te kunnen richten.
Hoop en perspectief
Voordat je met de jongere concreet aan de slag gaat met het toekomstperspectief is het belangrijk dat je voldoende ‘aanloop’ neemt. Het concept van ‘de toekomst’ kan voor jongeren overweldigend zijn. Zeker als ze zich bewust zijn van de impact die hun huidige problemen of beperkingen kunnen of zullen hebben op die toekomst. Voor deze jongeren betekent nadenken over hun toekomst ook een confrontatie met zichzelf. Ze raken zich bewust van wat ze in vergelijking met leeftijdsgenoten wel of niet kunnen bereiken in hun leven. En ze beseffen dat ze al eerder dan leeftijdsgenoten zelfstandig moeten zijn, omdat zij bij hun ouders bijvoorbeeld geen steunende omgeving hebben. Hier komt ook rouw bij kijken. Als je te positief bent over de toekomst kunnen jongeren geïrriteerd raken, omdat ze zich onbegrepen en ongezien voelen. Houd daarnaast rekening met de overlevingsmodus waarin sommige jongeren zitten. Voel als jeugdprofessional aan wat je kunt doen in de relatie om weer wat hoop en perspectief te creëren, zodat de jongere voelt wat die aan je heeft. Dit helpt een opening te creëren, een besef dat nadenken over de toekomst kan helpen bij het oplossen van kortetermijnstress.
Op tijd beginnen
Deze elementen benadrukken het belang om op tijd te beginnen, ruim voordat een jongere 18 jaar is, met nadenken over de toekomst. De overgang naar volwassenheid is geen vraagstuk van 18- naar 18+, maar beslaat een langere periode, waarin zich veel veranderingen voordoen. Op het online platform Plein 16-27 vind je hier meer informatie over. Woont een jongere nog thuis en/of heeft die veel steun van ouders, familie en netwerk, dan gaat dat nadenken over de toekomst veel meer organisch, met tussentijdse gesprekken over het leven van de jongere en een doorkijk naar de toekomst. Ouders en kinderen voeren deze gesprekken aan tafel, na schooltijd of tijdens een autorit. Als jeugdprofessional zijn de gesprekken meer geforceerd, omdat je te maken hebt met trajectduur, een hulpverleningsproces, doelen en plannen (zie ook Werkrelatie). Dit vraagt om bewustwording van de jongere dat het belangrijk is om na te gaan denken over de toekomst. Neem de tijd om dit proces te ondersteunen, voordat je samen met de jongere gaat werken aan een positief perspectief. Het is belangrijk om oog te hebben en te blijven houden voor de jonge leeftijd van de jongere. Geef ook ruimte om ‘gewoon’ jong en klein te zijn en even helemaal te mogen leunen in plaats van alleen (de weg naar) zelfstandigheid te benadrukken.
Autonomie
Naast dat jongeren moeten wennen aan het nadenken over de toekomst, is ook een gevoel van autonomie en grip op het eigen leven belangrijk. Autonomie is de vrijheid om keuzes te maken die overeenstemmen met hoe de jongere zichzelf ziet. Net als competentie (“Ik kan het”) en verbinding (“Ik voel me veilig en gesteund”) is het een psychologische basisbehoefte die in de adolescentie een belangrijke rol speelt. Bij toekomstgericht werken ondersteun je jongeren bij het creëren van toekomstperspectief, met oog op deze psychologische basisbehoeften. De basis voor veilig durven ontdekken van de toekomst is voor deze jongeren vaak anders aangelegd, en een factor om rekening mee te houden. Jongeren in (residentiële) jeugdhulp zijn bijvoorbeeld vaak opgegroeid in een omgeving waar veel keuzes vóór hen werden gemaakt.
Haalbare doelen
Tijdens het hele proces van toekomstgericht werken is het belangrijk om ruimte te creëren voor toekomstperspectief. Dit kan door spelenderwijs om te gaan met het idee van de toekomst, zonder meteen heel doelgericht te zijn. Doelen kunnen weerstand oproepen als jongeren hierop eerder werden gecontroleerd in plaats van gestimuleerd. Zorg dat je toewerkt naar concrete en haalbare doelen, die jongeren in kleine stappen kunnen behalen. Dat vergroot de kans op succes. Dit vraagt om een doorlopend gesprek. Hierbij sluit je als professional aan bij de leefwereld van de jongere en onderzoek je samen de dromen, wensen en persoonlijke doelen. Het uiteindelijke doel van de (professionele) betrokkenheid is de jongere te helpen een stabiele basis te creëren op de vijf belangrijkste leefgebieden.
Methodiek Mijn pad
Duurzame steun en een vangnet lopen als een rode draad door de begeleiding. Als professional sta je de jongere (ouders, gezin en belangrijke anderen) bij en help je de regie op het eigen leven en de toekomst (terug) te krijgen. Je kijkt hierbij naar het hier en nu én naar het toekomstperspectief en toekomstbestendige oplossingen. Er zijn verschillende tools die je tijdens de aanloop naar een concreet toekomstperspectief kunt gebruiken, zoals de methodiek Mijn pad. Dit is een tool voor jongeren en een begeleidingsmethode voor jeugdhulpverleners. Mijn pad is samen met jongeren ontworpen. Lees in de Verdieping en onderbouwing meer over Mijn pad.
Dit helpt om de aanbeveling in praktijk te brengen:
- Creëer een aanloop met mentale ruimte om over de toekomst na te (durven) denken, om even los te komen van het hier en nu en de beperkingen en problemen die er bestaan in het leven van de jongere.
- Bied ruimte aan het gevoel van overweldiging en/of confrontatie met zichzelf dat jongeren kunnen krijgen als ze beginnen met nadenken over de toekomst.
- Houd er rekening mee dat jongeren meer angst en frustratie kunnen voelen doordat ze onzeker zijn over wat de toekomst zal brengen, maar ook door de wisselingen in de zorg en het deels afhankelijk blijven van anderen. Dit geeft een hoger risico op (emotionele) instabiliteit.
- Werk samen vanuit een basis van autonomie, grip leren krijgen op het leven en eigen beslissingen nemen. Zet in op het creëren van veilige sociale verbindingen, zodat jongeren de veilige basis ervaren die nodig is om hun toekomst te durven verkennen.
- Ga vanaf de start van een samenwerking met de jongere in gesprek. Dat doe je doorlopend en tussentijds.
- Ga open in gesprek over wensen en dromen van de jongere in plaats van meteen een plan te maken voor de toekomst. Wat is voor hen belangrijk? Wat willen zij nu en later graag bereikt hebben?
Verdieping en onderbouwing
Methodiek Mijn pad
Bij de methode Mijn pad vraag je jongeren naar hun mening over hun leven en toekomst. Zij hebben van begin af aan de leiding. Zij bepalen bijvoorbeeld de onderwerpen waaraan zij willen werken, en welke mensen ze daarbij willen betrekken. Wat zij inbrengen, wordt consequent bekrachtigd. Stimulerende open vragen zetten hen aan het denken. De begeleidingsmethode, gebaseerd op de Zelfdeterminatie Theorie van Deci & Ryan ondersteunt jeugdhulpverleners om autonomieversterkend te werken met jongeren en gezinnen.
De methodiek maakt gebruik van oplossingsgerichte gesprekstechnieken, een online tool, praatplaat en werkboekje. Mijn pad is ontwikkeld en doorontwikkeld met wetenschappelijk onderzoek. Dit onderzoek geeft ook inzicht in de resultaten en voorwaarden voor toepassing en waardering door professionals en jongeren (Bramsen et al., 2015, 2019, 2021).
Over deze aanbeveling
Professionals uit de ontwikkelwerkgroep van deze richtlijn zien vaak dat jongeren in de overleefmodus zitten, wat maakt dat ze op de korte termijn denken. Er kan sprake zijn van grote en urgente stress rondom bijvoorbeeld het ontbreken van een eigen woonplek. Professionals voelen de druk en ervaren stress om de ruimte te creëren voor een jongere om daaruit te stappen. Hulpverleners voelen het grote beroep dat de jongere op hen doet omdat die stress zo groot is. Het is belangrijk dat professionals aansluiten bij wat de jongere op dat moment nodig heeft om zich weer open te kunnen stellen. Zij zien wel dat het kan, dat het nadenken over de toekomst samen kan gaan met problemen in het hier en nu.
Citaten van enkele professionals:
- “Als je als professional aansluit bij waar de jongere op dat moment de meeste zorgen over heeft, en er ontstaat vertrouwen dat je daaraan werkt, dan kun je die veilige plek creëren.”
- “Als hulpverlener voel je aan wat je kunt doen in de relatie met de jongere om weer wat hoop en perspectief te creëren, zodat een jongere zich hiervoor open kan stellen. En de jongere voelt wat hij aan je heeft. Dat kan ook een gesprek zijn waarin je dat heel erg expliciet maakt, dat je de jongere daarin ziet. En daarin een opening maakt dat het nadenken over je toekomst kan helpen in het oplossen van de korte termijn stress.”
Onderzoek erkent het belang van het leren nemen van eigen beslissingen in de fase die deze jongeren moet voorbereiden op hun volwassen leven. Het leren maken van eigen keuzes stimuleert autonomie, heeft een empowerende werking en draagt bij aan het ontwikkelen van cognitieve vaardigheden. Het stelt jongeren in staat hun eigen, unieke perspectief in hun leven te vinden en te integreren en kan fungeren als een beschermende factor in het volwassen leven (Park et al., 2020). Te veel eigen regie kan echter ook verlammend werken. Zeker als een jongere dat niet gewend is. Soms is meer sturend of samen keuzes maken en stappen zetten prettig of nodig. Pas de hoeveelheid autonomie aan op de jongere en voer deze stapsgewijs op. Zie voor meer kennis hierover Werkrelatie.
Autonomie ontstaat vooral als er sprake is van betekenisvolle relaties waarin jongeren op belangrijke anderen kunnen vertrouwen. Jongeren (met een verleden) in (residentiële) jeugdhulp lijken zelfstandigheid soms te zien als iets individueels, onafhankelijk en losstaand van anderen (Zandbergen et al., 2020). Terwijl juist de veilige sociale verbindingen hen de veiligheid bieden om autonoom te durven zijn. Met een gevoel van verbinding durven mensen meer te ontdekken (Ryan & Deci, 2000). En dat ontdekken draagt bij aan het vinden van het eigen pad. Kijk voor meer informatie over een betekenisvolle werkrelatie bij Samenwerken met het informele netwerk.
De methodiek Mijn Pad richt zich expliciet op het versterken van de autonomie en participatie van jongeren (Bramsen, Kuiper, Willemse & Cardol, 2019, 2021) en is gebaseerd op de zelfdeterminatie theorie van Ryan en Deci (2000). Dat betekent dat er veel ruimte is voor de psychologische basiscondities van sociale verbinding, een gevoel van competentie en autonomie. Mijn Pad vraagt jongeren naar hun mening over hun leven en toekomst. Zij hebben de leiding en bepalen onder andere de onderwerpen waaraan zij willen werken. Wat zij inbrengen, wordt consequent bekrachtigd. Stimulerende open vragen zetten hen aan het denken. Zij gaan hun eigen doelen stellen en hier in kleine stapjes aan werken. Eerste resultaten laten zien dat deze manier van werken het zelfvertrouwen en zelfinzicht van jongeren vergroot en maakt dat zij op een betekenisvolle manier gaan participeren. Doordat de jongere consequent de leiding heeft, zowel in het proces als op de inhoud, voelt die zich gehoord en serieus genomen. Voor sommigen is het voor het eerst dat zij ruimte ervaren om hun eigen keuzes te maken. In kleine stapjes beginnen is dan belangrijk, zodat zij hiermee eerste positieve ervaringen kunnen opdoen.