Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Toekomstgericht werken
Groep jongeren

3.1.2. Uitgangspositie

Toelichting op de aanbeveling

  • Kijk naar de uitgangspositie van de jongere als het gaat om de toekomst, zoals de vraag of de jongere met de toekomst bezig is, naar de toekomst kijkt en al beschikt over de vaardigheden die nodig zijn om zichzelf in een toekomstige situatie voor te stellen. 

Toekomstgerichte begeleiding 

Of je als jongere met je toekomst bezig bent en of je een positief perspectief op de toekomst hebt, beïnvloedt hoe je leven verloopt. Een positief perspectief op de toekomst vergroot de kans op positieve uitkomsten en verkleint de kans op negatieve uitkomsten op verschillende vlakken in het leven. Dit perspectief maakt jongeren weerbaar.  

Als jongeren problemen ervaren in het hier en nu, kan dit leiden tot aan een korte termijnfocus: de overleefstand. Negatieve ervaringen in het leven van een jongere kunnen ook het vermogen om naar de toekomst te kijken beïnvloeden. Het gebrek aan een toekomstbeeld, gecombineerd met de focus op het nu, vormt een extra risico voor hoe hun toekomst zich zal ontwikkelen. Jongeren met negatieve levenservaringen en/of problemen in de overgang naar volwassenheid hebben baat bij toekomstgerichte begeleiding. Met hulp van (creatieve) hulpmiddelen kunnen ze werken aan een concreet toekomstbeeld. Er zijn hulpmiddelen beschikbaar die ruimte creëren voor dit proces en het gesprek over de toekomst op gang te brengen. Dit is vaak nodig, omdat de (cognitieve) vaardigheden om jezelf in een toekomstige situatie voor te stellen, zoals anticiperen en plannen, in de jongvolwassenheid nog niet volledig ontwikkeld zijn.  

Richting geven 

De richtlijn raakt hier aan het ‘waarom’ achter toekomstgericht werken: een positief perspectief op de toekomst biedt bescherming tegen risicogedrag en stimuleert positief gedrag. Het is ook een werkwijze om jongeren van 16+ te begeleiden naar zelfstandigheid en (jong)volwassenheid. Deze jongeren moeten vaak sneller de stap naar zelfstandigheid maken dan andere jongeren, vanwege hun ervaringen met Jeugdhulp. Met toekomstgerichte begeleiding help je hen een eigen beeld van hun toekomst te vormen en er richting aan te geven. Zo zorg je ervoor dat het toekomstperspectief hun eigen plan wordt, en krijgen zij zelf de regie over hun woonplek, ondersteuning en het vormgeven van hun leven na Jeugdhulp.  

In de verdieping en onderbouwing lees je meer over de overgang van jeugdhulp naar volwassenhulp.  

Gesprek over toekomst 

Voordat je als professional kunt helpen bij het creëren van een positief toekomstperspectief, is het belangrijk te onderzoeken in hoeverre de jongere al met de toekomst bezig is. Kijk ook of het beeld dat de jongere van de toekomst heeft positief of negatief is. Er zijn aanwijzingen dat het praten over de toekomst negatieve effecten kan hebben als de jongere al negatieve verwachtingen heeft. Als je denkt dat je toekomst niet goed zal verlopen, waarom zou je je er dan voor inspannen? Bij de gesprekstips met jongeren hieronder vind je voorbeeldvragen die het gesprek over de toekomst op gang brengen. Als je merkt dat de jongere een negatief beeld van de toekomst heeft, ga dan verder in gesprek over deze verwachtingen. Methoden als motiverende gespreksvoering, of reframing van het levensverhaal via storytelling, kunnen helpen om een positieve sfeer te creëren.  

Lees in de verdieping en onderbouwing hoe je aansluit bij specifieke behoeften, zoals ADHD, licht verstandelijke beperking en autismespectrumstoornis.

Wetgeving voor 18+ 

Wie 18 jaar wordt, krijgt te maken met juridische veranderingen. Als jeugdprofessional weet je welke wetten en regels belangrijk zijn bij de overgang van jeugd naar volwassenheid. Op de website van het Nederlands Jeugdinstituut kun je er meer over lezen en kun je ook terecht met vragen als: hoe weet ik welke ondersteuning ik kan inzetten? En: wanneer kan ik gebruikmaken van verlengde jeugdhulp? 

Voor jongeren zelf zijn er ook hulpmiddelen. Zo leert de game Life@18 mbo-studenten vanaf niveau 1 wat er verandert als ze 18 jaar worden. Stichting Lezen en Schrijven ontwikkelde de game om jongeren te informeren over alle veranderingen: van het afsluiten van een zorg- en aansprakelijkheidsverzekering tot aan stemmen bij verkiezingen en orgaandonor worden. Jongeren kunnen de game zelfstandig spelen of samen met een begeleider, ouder of vriend. Begeleid je een jongere bij Life@18, dan vind je de handleiding op hun website. Ook Kwikstart helpt jongeren op weg. De app en website van Stichting Kinderperspectief geeft informatie voor alle jongeren vanaf 18. In de app vinden ze ook informatie over voorzieningen per gemeente. 

Dit helpt om de aanbeveling in praktijk te brengen:

  • Wees je bewust van het ‘waarom’ achter toekomstgericht werken. Een positief toekomstbeeld helpt jongeren om risicogedrag te verminderen en stimuleert positief gedrag. In sommige situaties is toekomstgerichte begeleiding ook noodzakelijk. Bijvoorbeeld wanneer jongeren na hun 18e zelfstandig(er) verder moeten in een andere (woon)omgeving. Of wanneer ze te maken krijgen met een andere wettelijke context en hulpkader.  
  • Ontdek in hoeverre de jongere met de toekomst bezig is, hoe deze naar de toekomst kijkt en of de jongere positieve of negatieve beelden heeft. Stel vragen, of leg uitspraken voor en vraag of een jongere het eens is met uitspraken als: 
    • Ik denk vaak aan het bouwen aan een positieve toekomst. 
    • Ik heb veel hoopvolle ideeën over de toekomst. 
    • Nadenken over de toekomst geeft me energie. 
    • Er wachten me nog veel kansen in de toekomst. 
    • Mijn toekomst zit vol mogelijkheden. 
    • Ik kan alles doen wat ik wil in de toekomst. 
  • Toekomstgericht werken is geen rechtlijnig proces. Ook al lijkt dat door de opbouw van deze richtlijn misschien zo. Soms is er een heel ander startpunt, of heeft een jongere in het begin veel meer sturing nodig. Ook kunnen er gaandeweg allerlei wendingen zijn, doordat er iets gebeurt in het leven van de jongere. Of omdat de jongere beter weet wat die wil in het leven en wat dit betekent voor het toekomstperspectief. 
  • Toekomstgericht werken betekent ook het gesprek hierover blijven voeren, in de stijl van de jongere en passend bij het creatieve proces dat jullie samen doorlopen. Je voert doorlopend het gesprek over het toekomstplan en het perspectief (na jeugdhulp), of de volgende stap in zelfstandigheid. Dat is het vertrekpunt van de begeleiding en geeft richting aan wat er op korte en lange termijn nodig is. Je werkt daarbij in de stijl van de jongere en stemt af op het creatieve proces dat jullie samen doorlopen. 

Overgang jeugdhulp naar volwassenhulp  

De context waarin een jongere opgroeit, bepaalt mede de urgentie en manier van toekomstgericht werken. Wanneer een jongere in zorg is binnen het jeugdhulpkader betekent de wettelijke leeftijd van 18 vaak ook een overgang van jeugdhulp naar volwassenhulp of hulp in het kader van WLZ. Een toekomstplan en toekomstperspectief is dan cruciaal om in te kunnen zetten op ‘de wereld na Jeugdhulp’. Hiervoor moet je vaak van alles organiseren. Vertrekpunt vanuit toekomstgericht werken is dan het plan van de jongere en dat dit plan leidend is voor de ondersteuning die nu en straks nodig is. Zie ook het werken met de uitstroomprofielen dat ingaat op woonondersteuning in de overgang van jeugdzorg naar volwassenenzorg. Dit is in sommige jeugdhulporganisaties vast onderdeel van de werkwijze en wordt ook in diverse gemeenten gebruikt om te kunnen anticiperen op uitstroom uit Jeugdhulp en het realiseren van een stevige basis op de zogeheten Big 5. Ook in dit geval blijft gelden dat het werken aan een plan een proces is, waar tijdig mee moet worden begonnen, waarbij eerst moet worden onderzocht hoe jongeren naar de toekomst kijken, en waarbij het plan van de jongere zelf blijft.  

Toekomstgericht werken met jongeren met een lvb  

Voor jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) zal het creëren van toekomstperspectief extra uitdagend zijn, omdat de vaardigheden die nodig zijn om met je toekomst bezig te zijn (zoals abstract denken en reflectie) bij hen minder ontwikkeld zijn en omdat zij mogelijk meer last hebben van sombere verwachtingen ten aanzien van de toekomst. Naast persoonsgebonden beperkingen in adaptieve vaardigheden, kan er sprake zijn van reële beperktere kansen voor jongeren met lvb. Zo hebben zij een hogere kans op armoede/schulden in het gezin, een laag inkomen of uitkering, gerelateerd aan opleidingsniveau, beperktere beschikbaarheid van passend werk/minder baankansen, beperktere beschikbaarheid van passende en betaalbare woonvoorzieningen, sociale uitsluiting, gebrek aan bronnen van steun en wachtlijsten voor passende zorg. Het is belangrijk daar in toekomstgerichte begeleiding rekening mee te houden. Voor concrete tips hierover verwijzen wij naar het Landelijk Kenniscentrum LVB

Voor jongeren met een lvb heeft MEE de brochure Wat verandert er als je 18 jaar wordt? Deze geeft een overzicht over alles wat veranderd en geregeld moet worden voor als je bijna 18 wordt. 

Aansluiten bij specifieke behoeften  

Als jongeren te maken hebben met psychopathologie is het belangrijk om als jeugdprofessional rekening te houden met wat dit betekent voor de manier waarop je hen toekomstgericht kunt ondersteunen. Je aanpak kan nogal verschillen afhankelijk van de situatie. Alleen al voor autisme bijvoorbeeld, kan er sprake zijn van LVB met autisme, ADHD met autisme, enkel autisme met wel of niet een disharmonisch leerprofiel of een lagere sociale emotionele ontwikkeling, autisme met comorbiditeit zoals verslaving, angst, dwangklachten, eetstoornissen, enzovoorts. 

Het hebben van een basishouding waarin je werkt zonder oordeel, nieuwsgierig bent en werkt met voorspelbaarheid (een duidelijke structuur, duidelijkheid in communicatie, afspraken en verwachtingen, vraag wat de jongere nodig heeft of wat werkt voor de jongere) is al winst, net als het je verdiepen in enige basiskennis over de specifieke situatie van de jongere. 

Voor informatie en concrete tips hierover heeft het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie een dossier ontwikkeld over transitiepsychiatrie, met daarin veel kennis en links over veelvoorkomende problemen als ADHD, angst, autisme, trauma, e.a. Zie ook het kader voor aansluiten bij jongeren met LVB.  

Over deze aanbeveling

De mate waarin jongeren bezig zijn met hun toekomst, gedachten en percepties, en acties ondernemen gericht op de toekomst, houdt verband met verschillende uitkomsten in hun leven op het gebied van o.a. mentale gezondheid, onderwijs en werk. Jongeren die minder met hun toekomst bezig zijn, zijn eerder geneigd tot het nemen van kortetermijnbeslissingen, vertonen meer risicogedrag en zijn minder succesvol in het zich voorbereiden op de overgang naar volwassenheid (Fischhoff, 2008; Steinberg, 2008). 

Negatieve ervaringen in het leven van een kind of jongere hangen samen met een minder ontwikkeld perspectief op de toekomst. Ofwel: jongeren die in hun leven negatieve ervaringen hebben opgedaan, zijn minder met de toekomst bezig. Ze hebben minder ambities en verwachtingen ten aanzien van de toekomst (Craig, 2019). Het feit dat ze minder met de toekomst bezig zijn, zet ze op een dubbele achterstand. Deze jongeren lopen het risico dat verschillende uitkomsten in hun leven negatiever uit zullen vallen (zie bijvoorbeeld Craig, 2019; Guthrie et al., 2009; Jackman, 2015; Mair et al., 2012 en Polgar & Auslander, 2009 in Chainey, Burke & Haynes, 2022).  

Anderzijds kan het hebben van een perspectief op de toekomst een stimulerende en beschermende factor zijn, die de weerbaarheid van jongeren die negatieve ervaringen hebben opgedaan, vergroot (Cui, Oshri, Sihong Liu, Smith & Kogan, 2020) en hen behoedt voor risicogedrag en daarmee negatieve uitkomsten zoals jeugddelinquentie en drugsgebruik (Jackman & MacPhee, 2017). Cui et al. benadrukken daarom de bijdrage die het hebben van een perspectief op de toekomst kan hebben in preventie en interventies gericht op jongeren met negatieve ervaringen in hun verleden.  

Uit onderzoek blijkt dat ook jongeren met negatieve ervaringen, ondanks hun geschiedenis en trauma, vaak allerlei positieve, optimistische beelden bij en verwachtingen van de toekomst hebben (Courtney et al., 2017; Zandbergen, Abu Ghazaleh, Essen & Engländer, 2020). De verwachting van jeugdprofessionals is soms dat jongeren die in problematische omstandigheden verkeren weinig capaciteit hebben om over de toekomst na te denken, maar dat blijkt niet als je hen bevraagt en aanzet tot nadenken over die toekomst. Wel blijkt dat er (creatieve) hulpmiddelen en begeleiding nodig kunnen zijn om tot een concreet beeld van de toekomst te komen. Hoe dat als jeugdprofessional samen met jongeren te doen en waar aandacht aan te besteden is onderwerp van de volgende aanbeveling.  

Maar eigenlijk begint toekomstgericht werken nog een stap daarvoor. Het is belangrijk eerst oog te hebben voor de mate waarin een jongere met de toekomst bezig is, en in algemene zin positief of negatief over de toekomst denkt, voordat je als jeugdprofessional met een jongere daadwerkelijk een beeld van de toekomst gaat creëren. Er zijn namelijk aanwijzingen dat het voor jongeren met een negatief beeld of negatieve verwachtingen van de toekomst, averechts kan werken om meteen met de toekomst ‘aan de slag’ te gaan (Van Calster et al., 1987). Voor hen zou het niet helpen om plannen te gaan maken voor de toekomst, want als je daar een negatief beeld bij hebt, waarom zou je dan plannen maken en je inzetten om daar naartoe te bewegen? 

Negatieve verwachtingen over je eigen toekomst komen vaker voor bij jongeren die negatieve levensgebeurtenissen hebben meegemaakt. Zo wordt optimisme over de toekomst in sterke mate verlaagd door blootstelling aan geweld (Monahan et al., 2015; Warner & Swischer, 2014). Als jongeren een algemene negatieve verwachting of een negatief beeld bij hun eigen toekomst hebben, dan lijkt het beter om eerst te werken aan een meer positief frame, positieve beelden en verwachtingen, dromen en mogelijkheden. En om het creëren van concrete plannen en te ondernemen acties nog even achterwege te laten.  

Een manier om te kijken of en hoe een jongere met de toekomst bezig is, vanuit welke gedachten en verwachtingen, is de Design My Future vragenlijst (ontwikkeld voor jongeren in het algemeen). Deze vragenlijst is echter nog niet in het Nederlands beschikbaar. In onderzoek naar deze vragenlijst van Santilli et al. (2017) zijn wel de Engelstalige vragen te vinden, die voor jeugdprofessionals bruikbaar kunnen zijn om een gesprek hierover te voeren met jongeren die zij begeleiden. Dit zijn vragen als (vertaald): “Het bouwen aan een positieve toekomst is iets waar ik vaak aan denk.” “Ik heb veel hoopvolle ideeën over de toekomst.” “Nadenken over de toekomst geeft me energie.” Een andere, meer algemene vragenlijst om te kijken naar de mate waarin jongeren met hun toekomst bezig zijn, is de Future Time Perspective Scale (Carstensen & Lang, 1996). Ook deze vragenlijst kan jeugdprofessionals houvast bieden voor het gesprek met jongeren over vragen als: “Er wachten me nog veel kansen in de toekomst.” “Mijn toekomst zit vol mogelijkheden.” “Ik kan alles doen wat ik wil in de toekomst.” Deze vragenlijst is in het Nederlands beschikbaar.