
Matchingsproces
Toelichting op de aanbevelingen
-
Neem in de matchingsprocedure factoren mee van het pleegkind, pleeggezin, ouders, de voorkeuren van ouders en pleegkinderen en de interactie tussen pleegkind, ouders en pleeggezin (pleegouders en eigen kinderen). Gebruik daarvoor het handboek Methodisch Matchen en leg alle factoren vast.
-
Verzamel structureel informatie en leg professionele overwegingen vast, zodat de beslissing transparant is. Matching is inzichtelijk maatwerk.
Het matchingsproces van een kind met een pleeggezin is zeer complex. Organisatorische en contextuele processen spelen een rol, maar ook de persoonlijke visie en ervaringen van de persoon die de matching verzorgt (Zeijlmans et al, 2017). Het Kinderrechtenverdrag schrijft voor om bij uithuisplaatsing van kinderen rekening te houden met de continuïteit van de opvoeding van het kind, en met de etniciteit, cultuur, religie, taal en bijzondere bescherming van het uithuisgeplaatste kind (Artikel 20 lid 3 IVRK). Onderzoekers geven aan dat de praktijk soms verschilt van de theoretische uitgangspunten, bijvoorbeeld door een tekort aan pleegouders (Zeijlmans, 2019).
Wat maakt een match succesvol?
Een zorgvuldige match van pleegkinderen en pleeggezinnen is een belangrijke voorspeller voor gunstige pleegzorguitkomsten.
Volgens Van den Bergh en Weterings (2010b) wordt een goede match bepaald door de interactie tussen drie dingen:
- De vraagstelling van het pleegkind. – wat heeft het kind nodig?
- De opvoedingsvaardigheden en opvoedingsklimaat in het pleeggezin.
- De manier waarop de ouders omgaan met de uithuisplaatsing van hun kind.
Op verzoek van het parlement onderzochten juridische en pedagogische wetenschappers van de Universiteit Leiden in 2022 de stand van zaken rond uithuisplaatsingen in Nederland. Bruning en collega’s constateren onder meer dat de rechtsbescherming van kinderen en hun ouders tekortschiet bij uithuisplaatsing en dat broertjes en zusjes te vaak gescheiden worden (Bruning et al, 2022). Steeds meer onderzoek naar matching laat zien hoeveel factoren meespelen en hoe complex dit proces is (Zeijlmans, 2019).
Uit die onderzoeken komen onder meer de volgende conclusies naar voren:
- Het is belangrijk om de wensen van ouders en kinderen te horen en vast te leggen in het matchingsproces (Bruning et al, 2022; Harder et al., 2020; Zeijlmans, 2019), net als de wensen van de eigen kinderen van pleegouders (Gypen et al, 2020). Denk hierbij ook aan de geografische afstand tussen het kind en diens familieleden en de school van het kind.
- Het is belangrijk dat pleegzorgbegeleiders matchingmethodieken volgen en supervisie en intervisie gebruiken om zich bewust te maken van hun eigen beperkingen en impliciete waarden en normen. Zeijlmans constateert uit onderzoek in Nederland dat regelmatig matchingsbeslissingen plaatsvinden volgens vuistregels die gebaseerd zijn op herkenning van een ander pleeggezin of één doorslaggevend argument (Zeijlmans, 2019).
- Samenwerking met alle bij de match betrokken personen is een belangrijke succesfactor. Inventariseer daarvoor de wensen en het draagvlak van het kind en de ouders voor het pleeggezin.
Voor een goede match is het noodzakelijk dat er voldoende pleeggezinnen zijn. Wanneer netwerkpleegzorg geen optie is. Daarbij is niet alleen van belang dat er voldoende aanwas is van pleeggezinnen, maar ook dat de uitstroom van pleeggezinnen beperkt blijft.
Verdieping en onderbouwing
Het Nederlands Jeugdinstituut, Kennisbureau Ter Meulen en het Gezinsinspiratieplein hebben in 2017 een matchingsmethodiek ontwikkeld die het proces van matching stap voor stap behandelt. Deze methodiek en de bijbehorende checklisten dienen als hulpmiddel om te komen tot een afgewogen matching. Spoelstra, De Baat, Ter Meulen en Vinke (2020) kiezen voor een zestal uitgangspunten bij het matchen:
- De opvoedings- en ontwikkelingsbehoeften van het kind staan centraal.
- Ouders krijgen een rol passend bij hun mogelijkheden en de behoeften van het kind.
- Informatieverzameling en -verstrekking is een voorwaarde voor matching.
- Binnen het matchingsproces is aandacht voor gehechtheid en de klik (interactie) tussen betrokkenen.
- Doel van de match is een stabiele, onvoorwaardelijke opvoedrelatie.
- Bij een niet-optimale match worden risico’s verminderd door het inzetten van hulp op maat.
De matchingsmethodiek (Spoelstra et al., 2020) geeft goed weer hoe matching in de huidige pleegzorgpraktijk verloopt. Er worden allerlei criteria beoordeeld: leeftijd van het pleegkind, etniciteit, broers/zussen, geografie, contactmogelijkheid met de ouders, behoeften van
het pleegkind, gehechtheid en temperament. De jeugdprofessional die onderzoekt waar een kind geplaatst kan worden, bekijkt de kenmerken van het pleegkind en van de pleegouders en beslist op basis van ervaringen met eerdere matchingsbeslissingen aan welk pleeggezin het pleegkind wordt toegewezen.
Bijzondere aandacht vragen situaties waarin een optimale match niet mogelijk is of wanneer er een crisis is. Als vanwege een gebrek aan pleegouders een niet-optimale match gemaakt moet worden, is het belangrijk om de situatie bij aanvang van de plaatsing te analyseren. Om zo te bepalen welke (extra) ondersteuning er aan het pleegkind en/of het pleeggezin geboden moet worden om de kans op een succesvolle plaatsing te vergroten (Van Oijen, 2010). Is in een crisissituatie een snelle match nodig, dan is het belangrijk om op het moment dat het pleegkind al in het pleeggezin woont te inventariseren hoe met terugwerkende kracht een goede start gemaakt kan worden voor pleegkind, ouder(s) en pleegouders. Het helpt om daarbij opnieuw de matchingsmethodiek te gebruiken om te bepalen wat met terugwerkende kracht nog besproken en gedaan kan worden om een zo goed mogelijke ‘startsituatie’ te creëren.