Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Pleegzorg
Twee kinderen in speeltuin

Stabiliteit als uitgangspunt

Toelichting op de aanbevelingen

  • Beperk overplaatsingen tot een minimum.

  • Is overplaatsing toch nodig, zorg dan dat er een goede kennismakings- en gewenningsperiode is, passend bij de leeftijd van het pleegkind.

Stabiliteit en continuïteit van pleegzorgplaatsingen zijn essentieel voor de ontwikkeling van pleegkinderen. Het hele pleegzorgproces moet dan ook inzetten op het voorkomen van verplaatsingen van kinderen. Soms is een overplaatsing toch nodig. Gaat een pleegkind met een maatregel voor ondertoezichtstelling (OTS) van het ene pleeggezin naar het andere, dan bepaalt de wet Herziening Kinderbeschermingsmaatregelen dat de kinderrechter daarbij het besluit neemt of overplaatsing gerechtvaardigd is in de ontwikkeling van het kind. In het vrijwillig kader beslissen ouders hierover. 

Aandacht voor een zorgvuldige overgang

Als een overplaatsing om welke reden dan ook gewenst, noodzakelijk of onvermijdelijk is, moeten alle betrokkenen zich inzetten om deze stressvolle gebeurtenis zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Uitgangspunten bij overplaatsing

Algemene, niet leeftijdsgebonden uitgangspunten om de stress tijdens het traject van de overplaatsing te verminderen zijn het bevorderen van continuïteit, overzichtelijkheid en afstemming (Bastiaensen & Kramer, 2012). 

Concreet betekent dit onder meer:

  • Benoem de reden van de overplaatsing zo duidelijk en kort mogelijk en zo dicht mogelijk bij de realiteit blijvend. En beantwoord vragen van het pleegkind hierover.
  • Wees zo eenduidig mogelijk in de boodschap die alle betrokkenen aan het pleegkind geven.
  • Maak de toekomstige woonplek zo concreet mogelijk (laat het nieuwe huis, bed, stoel, dieren, speelgoed en mensen zien).
  • Opvoeders geven toestemming voor de nieuwe plek en bereiden daarop voor.
  • Ondersteun het traject van overplaatsing visueel met bijvoorbeeld een kalender of pictogrammen.
  • Bouw zo veel mogelijk bekendheid en vertrouwdheid voor het pleegkind in qua plaats en personen die het traject begeleiden.
  • Begrens momenten van afscheid en omschakeling in tijd en laat deze volgens een ritueel verlopen, met ruimte voor alle emoties.
  • Zorg voor zo volledig mogelijke eenheid en (schriftelijke) overdracht rond praktische zaken die voor het pleegkind van belang zijn. Denk aan zindelijkheid, voeding, medicijngebruik, verzorgende spullen, gewoontes rond eten en slapen, geloofsovertuiging en rituelen binnen het gezin, en aan persoonlijke eigendommen als knuffel, speentje, speelgoed, kleding, fotoboeken en levensboek. Verhuis deze respectvol (niet in vuilniszakken, maar in tassen of dozen).
  • Zorg voor een gewenningsperiode waarin pleegouders en pleegkind steeds meer tijd met elkaar doorbrengen.