
Goede voorbereiding voor een veilige plaatsing
Toelichting op de aanbevelingen
-
Screen aspirant-pleeggezinnen conform de vereisten van de Jeugdwet en het Kwaliteitskader voorbereiding en screening aspirant pleegouders. Doe dit ook bij netwerkpleeggezinnen als een kind daar al verblijft.
-
Ga na of pleegouders voldoende met hun eigen stress weten om te gaan. Geef zo nodig psycho-educatie en training om stress te signaleren en hanteren. Spreek eventueel ook met andere pleegkinderen uit het pleeggezin.
Een goede voorbereiding bij de pleegouders is essentieel voor een veilige plaatsing (Cooley et al., 2019). In het algemeen zijn de volgende onderwerpen belangrijk in gesprekken met (aspirant-) pleegouders:
- Gezag, macht en machtsrelaties
- Veiligheid, kindermishandeling en de risico’s in een pleeggezin;
- Seksualiteit, afspraken over privacy (online en offline), regels en grenzen, en het voorkomen van ongewenste situaties
- Welzijn en zelfzorg van pleegouders (Gowan et al., 2023; Miko et al., 2023)
- Stressniveau en stresshantering door pleegouders (Adams et al., 2018; Dowdy-Hazlett & Clark, 2024; Sharda, 2022)
- Sociale steun voor pleegouders (Butler & McGinnis, 2021; Dowdy-Hazlett & Clark, 2024; Sharda, 2022)
Houd bij kinderen met een (licht) verstandelijke beperking rekening met een afwijkende seksuele ontwikkeling (kalenderleeftijd versus ontwikkelingsniveau).
Beoordeling van de veiligheid
Het is belangrijk om niet allen oog te hebben voor fysieke veiligheid, maar ook voor emotionele veiligheid. Een checklist kan je helpen om je gedachten te structureren en de informatie die je in de gesprekken verzamelt te ordenen. Checklists kunnen helpen om zowel actuele veiligheid als toekomstige risico’s in te schatten.
Er zijn weinig specifieke betrouwbare en valide hulpmiddelen voor de pleegzorg. Een voorbeeld voor pleegzorgbegeleiders is de Checklist indicatoren veiligheid kind in (netwerk)pleegzorg (zie bijlage 7 van de Module Pleegzorgbegeleiding). Daarnaast kunnen ook andere instrumenten voor veiligheids- en risicotaxatie helpen bij het beoordelen van veiligheid in pleeggezinnen (zie de richtlijn Kindermishandeling).
Twee situaties vragen bijzondere aandacht bij de beoordeling van veiligheid:
- Netwerkpleegzorg in het algemeen
- Crisisplaatsing in netwerkpleegzorg in het bijzonder
Bij netwerkpleegzorg vindt beoordeling van de veiligheid vaak pas plaats nadat een kind geplaatst is. De Jeugdwet (artikel 5.1, lid 3) schrijft voor dat een beoordeling alsnog binnen dertien weken moet plaatsvinden. Als een acute situatie uithuisplaatsing in een netwerkpleeggezin noodzakelijk maakt, dan moet de gemeente als plaatsende instantie de screening op veiligheid met spoed oppakken.
In de richtlijn Netwerkpleegzorg gemeente - pleegzorgaanbieders zijn afspraken vastgelegd tussen gemeenten en jeugdhulpaanbieders met pleegzorg over de taken en verantwoordelijkheden tijdens het geschiktheidsonderzoek van aspirant-netwerkpleegouders. De gemeente is als plaatsende instantie verantwoordelijk voor de veiligheid totdat deze een veiligheidstoets heeft uitgevoerd en een beschikking heeft afgegeven.
Snelle screening noodzakelijk
Wanneer een kind al in het netwerkpleeggezin verblijft, is het extra lastig om te besluiten dat de pleegouders niet geschikt zijn voor het opvoeden en verzorgen van dit specifieke kind. Stabiliteit is voor de ontwikkeling van het kind immers óók belangrijk. Daarom moet de screening en voorbereiding zo snel mogelijk plaatsvinden. Blijkt na de screening dat het gezin toch niet geschikt is, zoek dan samen met betrokkenen naar een passende oplossing. Als blijkt dat een kind in een onveilige situatie heeft verbleven, onderzoek dan welke ondersteuning het kind en diens ouders nodig hebben om dit te verwerken.
Bij het screenen van netwerkpleegouders is het van belang om de criteria te hanteren van ‘goed genoeg’ opvoederschap – zoals verwoord in de richtlijn Gezinnen met meervoudige en complexe problemen. Wanneer netwerkpleeggezinnen, ouders en pleegkinderen begeleiding van een organisatie ontvangen, ontvangen zij tegelijkertijd ook financiële ondersteuning om de kosten van plaatsing te kunnen dragen (artikel 27 IVRK).
De STAP-training voor aspirant-pleegouders
Een veelgebruikte training voor de voorbereiding van aspirant-pleegouders is STAP. STAP staat voor ‘Samenwerking, Teamgeest, Aspirant Pleegouders’. Tijdens de STAP-training ontdekken aspirant-pleegouders of pleegouderschap bij hen past, stellen ze zo nodig hun beeld over pleegzorg bij en krijgen ze kennis en vaardigheden aangereikt om als pleegouder te kunnen functioneren. Daarbij bouwt de pleegzorgorganisatie met deze training aan een goede samenwerking met pleegouders (Jongeling, 2005).
Het is belangrijk om pleegouders goed voor te bereiden op de mogelijke stress die de plaatsing van een kind in hun gezin kan geven. Daarbij is het dan ook nodig om hun handvatten te geven om met dergelijke stress om te gaan. Dit kan met psycho-educatie en training. Pleegouders kunnen sterk verschillen in hun gevoeligheid voor eigen signalen van stress. Als pleegzorgbegeleiders is het aan te raden om in te schatten of pleegouders stress goed signaleren en weten hoe zij daarmee omgaan. En om hen zo nodig te helpen zich daar bewust van te worden (Adams et al., 2018; Perry & Winfrey, 2021).
Plaatsingsinformatie: wat mag je delen?
Daarnaast is het nodig om de plaatsing van een specifiek kind goed voor te bereiden met de pleegouders, zodat zij weten wat ze kunnen verwachten. Stel als pleegzorgbegeleider de pleegouders op de hoogte van de achtergrond van het kind of de kinderen die in het pleeggezin komen (Jeugdwet artikel 5.4). Let op: deel niet méér informatie dan nodig is voor de uitvoering van de pleegouderschapstaak (artikel 16 IVRK).
Verdieping en onderbouwing
Preventie van kindermishandeling in pleeggezinnen start bij de screening en selectie voorafgaand aan de plaatsing. Daarvoor zijn twee aspecten in de Jeugdwet vastgelegd:
- Aspirant-pleegouder(s) en alle inwonenden van 12 jaar en ouder hebben een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) afgegeven door de Raad voor de Kinderbescherming (artikel 5.1, lid 1d). De Raad voor de Kinderbescherming gaat na of er risico’s zijn voor de opvoeding van kinderen in een beoogd pleeggezin. Daarbij raadpleegt de Raad zijn eigen archieven en het Justitieel documentatieregister (ook wel strafbladarchief genoemd).
- De pleegzorgaanbieder beoordeelt de geschiktheid van een pleeggezin voor een specifiek kind, waarbij gelet wordt op leeftijd en problemen van het kind, de samenstelling van het aspirant-pleeggezin en de verwachte duur van de plaatsing (artikel 5.1, lid 2) Meer informatie over matching is te vinden bij Stabiliteit en breakdown.
Er zijn landelijk zes criteria vastgesteld voor de screening van pleegouders (Jeugdzorg Nederland, 2021):
- Openheid en duidelijkheid;
- Samenwerken en delen van het opvoederschap;
- Kinderen helpen een positieve kijk op zichzelf te ontwikkelen;
- Kinderen helpen hun gedrag te veranderen op basis van het versterken van de eigen krachten en het aanboren van talenten en mogelijkheden van het kind;
- Kunnen inschatten welke uitwerking het pleegouderschap op de eigen situatie heeft;
- Veiligheid: het bieden van een veilige leefomgeving aan een kind dat in een pleeggezin verblijft.