
Belangrijke anderen betrekken bij de opvoeding op de groep
Toelichting op de aanbeveling
-
Zorg dat ook overige opvoeders uit het systeem van het kind (zoals familieleden, vrienden en leerkrachten) worden betrokken bij de hulp aan het kind – en dat ze dezelfde opvoedingstechnieken toepassen.
Kinderen groeien op binnen een bredere sociale omgeving. Het is daarom belangrijk om naast de ouders ook andere opvoeders uit hun omgeving te betrekken bij de behandeling van gedragsproblemen. Dit kunnen familieleden zijn, maar bijvoorbeeld ook vrienden, buren, leerkrachten, sportinstructeurs en medewerkers van de kinderopvang en kerk.
Ter ondersteuning van de jongere valt ook een methodiek als Jouw Ingebrachte Mentor (JIM) in te zetten (Van Dam & Verhulst, 2016). Jongeren kiezen hierbij een persoon uit hun sociale netwerk – bijvoorbeeld een favoriete tante – die optreedt als hun steun en toeverlaat. Dit is iemand die er voor hun gevoel helemaal voor hen is (in tegenstelling tot hulpverleners die in de ogen van veel jongeren toch aan de kant van de ouders staan). De betrokkenheid van dit individu bij de hulp zorgt er onder andere voor dat een jongere zich beter gehoord voelt.
Als verschillende mensen in de omgeving van het kind dezelfde opvoedingstechnieken gebruiken, dan versterkt dit het effect van de hulp. Diepgaandere informatie over het betrekken en ondersteunen van het onderwijs bij de hulp vind je bij Samenwerking onderwijs.
Betrek niet alleen verschillende opvoeders uit de bredere omgeving van kinderen. Heb ook contact met andere hulpverleners rondom deze kinderen en/of rondom het gezin. Als beroepsopvoeder is het belangrijk dat je bij het uitwisselen van informatie over een kind dienst recht op privacy respecteert. Bedenk goed welk doel de informatie-uitwisseling dient en welke informatie precies nodig is om te delen.