Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Samen beslissen over hulp
Jongere in rolstoel

Doelen formuleren

Toelichting op de aanbeveling

  • Formuleer samen de wensen als concrete en haalbare doelen. Het gaat hier om de doelen die het kind en de ouders zichzelf willen stellen voor de hulp. De doelen voor de hulp staan in relatie tot de doelen die het kind en de ouders zich in hun leven stellen. Formuleer de doelen daarom in termen die voor hen begrijpelijk zijn. In het gedwongen kader vraagt dit om voortdurend schakelen tussen positioneren (aangeven wat moet, voorwaarden, doelen en veiligheidsafspraken) en engageren (ruimte geven voor de samenwerking en de wensen en behoeften van het kind en de ouders).

Doelen van het kind en de ouders kunnen op allerlei levensterreinen liggen. Doelen zijn positief geformuleerd: ze geven aan wat het kind of de ouders willen bereiken of leren. De doelen zijn altijd gerelateerd aan het probleem dat tijdens de probleem- en krachtenanalyse is vastgesteld. Dit probleem is concreet, reëel en veranderbaar (Pameijer & Draaisma, 2011; Tak et al., 2014).

Deze vragen helpen om de doelen te formuleren:

  • Wat heeft dit specifieke kind met deze ouders en onder deze omstandigheden nodig om zich te kunnen ontwikkelen? (Department of Health, 2000.)
  • Wat heeft deze ouder met dit specifieke kind en onder deze omstandigheden nodig om dat kind veilig en gezond op te voeden? (Department of Health, 2000; Van der Pas, 2012.)

De doelen moeten aansluiten op de normen en waarden van het gezin en het gezin moet bepalen welke doelen het zelf belangrijk vindt om aan te werken (Bentovim et al., 2013; Tak et al., 2014).

Het einddoel

Als jeugdprofessional stel je eerst samen met het kind en de ouders het einddoel vast waar zij naartoe willen werken. Vervolgens kunnen jullie dit einddoel opsplitsen in tijd en/of thema’s. ‘In tijd’ betekent dat jullie samen specifieke opeenvolgende doelen formuleren die leiden tot het einddoel. De doelen moeten logisch op elkaar voortbouwen. Het kan nodig zijn om aan het begin van de behandeling doelen te stellen die leiden tot snel resultaat. Hierbij valt te denken aan doelen die de draaglast van het gezin verkleinen, bijvoorbeeld via praktische hulp (Miller & Rollnick, 2002; Van Yperen & Van der Steege, 2006).

Doelen formuleren 

Diverse auteurs stellen eisen aan de manier waarop doelen geformuleerd horen te worden:

  • De doelen zijn Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar, Realistisch en Tijdgebonden (SMART) (Pameijer & Draaisma, 2011; Van Yperen & Van der Steege, 2006).
  • De doelen zijn voor het kind en de ouders begrijpelijk geformuleerd; ze sluiten aan op de opleiding en verstandelijke mogelijkheden van de cliënt (Pameijer & Draaisma, 2011; Van Yperen & Van der Steege, 2006).
  • De doelen zijn oplossingsgericht geformuleerd: de gewenste situatie of het gewenste gedrag is beschreven (Pameijer & Draaisma, 2011).

Het gezin als uitgangspunt 

Mogelijk heeft de professional die het gezin aanmeldde aandachtspunten of een eigen mening gegeven over de problematiek en de hulp die het gezin nodig heeft. Het is belangrijk hiernaar te kijken, maar het is belangrijker om te zien wat het kind en de ouders zélf vinden en willen. Als je begint bij wat het kind en de ouders willen, kan dat bij hen het bewustzijn en draagvlak creëren die nodig zijn om te werken aan de zaken die volgens de aanmelder of jijzelf aandacht vereisen. Doelen opleggen waar het kind en de ouders zich niet in kunnen vinden, heeft negatieve invloed op de samenwerkingsrelatie en werkt daarmee contraproductief in het hulpverleningsproces. Het kind en de ouders kunnen dan voortijdig afhaken en/of openlijk of passief weerstand gaan bieden.

Ook in het gedwongen kader is het erg belangrijk om samen met het kind en de ouders te onderzoeken wat zij willen en nodig hebben. Dat helpt om de mogelijk belangrijke doelen te behalen die al (in de vorm van voorwaarden) zijn vastgelegd in het raadsrapport of in de beschikking van de kinderrechter. Door het kind en de ouders te vragen naar hun eigen doelen, versterkt een jeugdbeschermer de samenwerkingsrelatie en heeft hulp meer kans van slagen. Hulpverlening is in het gedwongen kader weliswaar opgelegd, maar het kind en de ouders kunnen uiteindelijk niet gedwongen worden te veranderen. Hiervoor is hun eigen motivatie en inzet nodig. Het is daarom belangrijk dat je als jeugdbeschermer investeert in de samenwerkingsrelatie en de versterking van intrinsieke motivatie.

Samen doelen stellen

Gezamenlijk heldere doelen stellen draagt bij aan jouw goede werkrelatie met het gezin en daarmee uiteindelijk ook aan de effecten van de hulp (Barnhoorn et al., 2013). Oplossingsgerichte en motiverende gesprekstechnieken helpen om gezamenlijk doelen te stellen (Bartelink, 2013b; Bartelink 2013c).

Oplossingsgerichte vragen 

In de oplossingsgerichte gespreksvoering helpt de hulpverlener de cliënt om inzicht te krijgen in wat er in de plaats van het probleem moet komen. Een hulpmiddel hierbij kan de wondervraag zijn. De wondervraag luidt: “Stel dat er vannacht, terwijl u slaapt, een wonder gebeurt. Het wonder is dat de problemen, waarvoor u hier zit, zijn opgelost. U weet het zelf niet, want u slaapt immers. Wat zou morgenochtend het eerste zijn waaraan u merkt dat het wonder gebeurd is?” 

Er zijn ook andere vragen die je als jeugdprofessional kunt stellen:

  • Wat heeft u als ouder nodig om in deze situatie de opvoeding aan te kunnen? (Vraag voor ouders.)
  • Wat zou u helpen zodat u weer toekomt aan de verzorging en opvoeding van uw kind? (Vraag voor ouders.)
  • Wat zou u/jij graag anders zien in uw/jouw gezin? (Vraag voor ouders en kind.)
  • Wat zou jou helpen om je thuis weer prettig te voelen? (Vraag voor het kind.)

Schaalvragen 

Doorvragen en de gewenste situatie verkennen helpt het kind en de ouders om hun doelen te formuleren. Met schaalvragen (zoals: “Welk cijfer op een schaal van 1 tot 10 zou u uw huidige situatie geven?”) kun je scherp krijgen op welk niveau het kind en de ouders al zitten en wat het gewenste doel is. Je kunt hierop doorvragen met dit soort vragen:

  • Hoe lukt het u om (al) op dat cijfer te zitten?
  • Hoe zou één cijfer hoger eruitzien? Wat zou u dan anders doen?
  • Op welke momenten doet het probleem zich niet of minder voor en wat doet u op die momenten anders?

Motiverende vragen 

Vanuit de motiverende gespreksvoering kun je het volgende vragen om een ouder of kind te helpen doelen te stellen:

  • Als we kijken naar de dingen waar we het over hebben gehad, over welke dingen maakt u zich dan het meest zorgen?
  • Het klinkt alsof de situatie niet kan blijven zoals zij nu is. Wat denkt u dat u nu kunt doen?
  • Welke dingen wilt u veranderen?
  • Als u bereikt zou hebben wat u zou willen, wat zou er dan zijn veranderd?
  • Wat zou u willen/kunnen doen? Welke mogelijkheden heeft u om iets te veranderen aan deze situatie?