
Het familiegroepsplan
Toelichting op de aanbevelingen
-
Ga met het kind en de ouders in gesprek over hun eigen mogelijkheden en die van hun sociale netwerk om de gestelde doelen te behalen. Gebruik eventueel het genogram en sociogram om het netwerk en de mogelijkheden ervan in kaart te brengen.
-
Ga samen met het kind en de ouders na of hun eigen oplossingen en de mogelijkheden van het sociale netwerk voldoende zijn om de beoogde doelen te bereiken. Als dat het geval is, maak dan samen een plan met concrete acties die zij zelf kunnen uitvoeren en/of waar zij het netwerk voor kunnen mobiliseren. Indien gewenst of als er onzekerheid is over de mogelijkheden van het netwerk kan hierbij een familiegroepsplan georganiseerd worden. In het opgestelde plan maken alle betrokkenen afspraken over de evaluatie. Bij de evaluatie gaan zij na of het plan is uitgevoerd en of dit het gewenste resultaat heeft gehad.
-
Het kan gebeuren dat het kind en de ouders niet over genoeg eigen mogelijkheden beschikken - of over voldoende mogelijkheden in hun netwerk. Blijkt dit inderdaad uit uitgebreid onderzoek of komt uit een evaluatie naar voren dat de beoogde doelen onvoldoende bereikt zijn? Overleg dan met een gedragswetenschapper over de inzet van professionele hulp.
Bij problemen in het gezin, is het niet altijd per se nodig om professionele hulp in te schakelen. Verken de eigen mogelijkheden van het gezin en mobiliseer het sociale netwerk. Door een familiegroepsplan te maken, kan bijvoorbeeld duidelijk worden welke mogelijkheden het kind en de ouders zelf hebben om hun problemen aan te pakken, en waar zij hulp van mensen om hen heen bij kunnen gebruiken.
Het familiegroepsplan
Een familiegroepsplan is een plan dat een gezin samen met mensen uit zijn sociale netwerk opstelt. Doel is om vragen of problemen aan te pakken waar het gezin tegenaan loopt. In het plan staat wat het gezin zelf kan doen, wat de gezinsleden met behulp van mensen uit hun netwerk kunnen doen, welke concrete doelen ze daarbij willen behalen en welke professionele hulp en ondersteuning ze hiervoor nodig hebben. Het kan gaan om enkelvoudige problemen, maar ook om complexe, ernstige en langdurige problemen.
Het staat gezinnen vrij hoe hun familiegroepsplan eruitziet en hoe zij dat tot stand brengen. Een familiegroepsplan kan de basis vormen voor het hulpverleningsplan. In de Jeugdwet is vastgelegd dat gezinnen het recht hebben om een familiegroepsplan te maken voordat zij met jeugdprofessionals een hulpverleningsplan opstellen.
Het kind en de ouders mogen ook afzien van het maken van een familiegroepsplan. Ook dan is het mogelijk om binnen het beslisproces te onderzoeken wat zij zelf kunnen en waar hun netwerk hen bij kan helpen. Meer informatie over het familiegroepsplan is te vinden in de Factsheet Familiegroepsplan, uitgebracht door de VNG, de ministeries van VWS en V&J en het Nederlands Jeugdinstituut.
Er is vrijwel geen onderzoek gedaan naar methoden waarmee de eigen kracht en het sociale netwerk van het kind en de ouders te versterken zijn. Onderzoek laat wel zien dat een empowerende (stimulerende) benadering waarschijnlijk bijdraagt aan de effectiviteit van de hulp.
Vragen over steun van de omgeving
Aan de hand van enkele eenvoudige vragen kun je als jeugdprofessional inventariseren wat het gezin zelf en met behulp van het netwerk kan:
- Wat heb je al geprobeerd om dit probleem te verminderen of voorkomen?
- Wie heb je al gevraagd om je bij dit probleem te helpen?
- Wat kun je al of wat heb je al, dat jou kan helpen bij jouw doelen?
- Wat kan jou tegenwerken bij het behalen van jouw doelen?
- Wat heb je nodig om jouw doelen te bereiken?
- Wie heb je nodig om jouw doelen te bereiken?
- Wie kan of kunnen je helpen om jouw doelen te bereiken?
- Wanneer wil je jouw doelen bereikt hebben?
Deze vragen helpen om het kind en de ouders aan het denken te zetten, te activeren en met eigen oplossingen te laten experimenteren. Het is belangrijk dat je als jeugdprofessional goed doorvraagt en hen helpt om zo concreet mogelijke oplossingen te bedenken. Oplossingsgericht werken omvat concrete vraagtechnieken die het makkelijker maken om de eigen oplossingsmogelijkheden van gezinnen te vinden. Een van deze technieken is de visualisering van een toekomstige situatie waarin het probleem is opgelost. Daarnaast kun je met het gezin bekijken welke vaardigheden en oplossingen in te zetten zijn om het probleem aan te pakken. Bijvoorbeeld door te vragen naar uitzonderingen en door schaal- en competentievragen te stellen.
Het sociale netwerk
Het sociale netwerk is een belangrijke bron van praktische en emotionele steun voor het kind en de ouders (Hoek, 2013). Bij de verkenning van de mogelijkheden van het netwerk is het belangrijk dat je samen met het kind en de ouders kijkt naar de volgende eigenschappen van het sociale netwerk (Bartelink, 2013a; PiResearch & Van Montfoort, 2009):
- Omvang: met wie hebben het kind en de ouders contact?
- Variatie: met welke soorten mensen hebben het kind en de ouders contact?
- Dichtheid: hoe vaak hebben zij contact met hen?
- Bereikbaarheid: op welke manier hebben zij contact (bezoek, telefoon, e-mail)?
- Beleving: draagt dit contact positief of negatief bij aan de situatie (conflict of steun)? En wat zou de persoon met wie er contact is kunnen en willen betekenen in het oplossen of hanteerbaar maken van het probleem?
Hieronder staan enkele vragen die je (bijvoorbeeld met behulp van een sociogram of genogram) kan stellen om samen met het kind en de ouders te verkennen welke mogelijkheden zij in hun netwerk zien:
- Welke mensen om jullie heen vinden het belangrijk dat het goed gaat met jullie kind?
- Bij wie kun je terecht voor praktische hulp, informatie, advies, troost en steun?
- Wie kan of kunnen je helpen om … (concreet in te vullen, afhankelijk van de doelen)?
- Hoe kun je deze persoon of personen vragen om je hierbij te helpen?
Om te beoordelen wat personen uit het netwerk kunnen betekenen, inventariseer je samen met het gezin:
- welke mensen reageren op verzoeken om hulp of ondersteuning;
- welke mensen daadwerkelijk en effectief hulp en ondersteuning bieden;
- welke mensen toegankelijk zijn;
- welke mensen betrouwbaar zijn.
Soms vinden gezinnen het lastig om hun netwerk te betrekken bij hun problemen. De beste manier om hier als jeugdprofessional mee om te gaan is door het kind en de ouders hierin serieus te nemen en hen te laten vertellen over hun vragen of zorgen. Het is belangrijk dat je met het kind en de ouders stilstaat bij wat hen belemmert om hun netwerk bij hun problemen te betrekken – en bij wat ervoor nodig is om deze weerstand of barrières te overwinnen. Het is essentieel om daarbij steeds naar de mogelijkheden te kijken en het kind en de ouders aan te spreken op hun eigen krachten en mogelijkheden.
Inzet van het sociale netwerk
Als jeugdprofessional kun je met het gezin een familienetwerkberaad of Eigen Kracht-conferentie op touw zetten. Doel van deze bijeenkomsten is om samen met het netwerk een plan op te stellen om de problemen aan te pakken. Uit diverse onderzoeken blijkt dat zoiets kan lukken. Wel geven enkele buitenlandse onderzoeken reden tot voorzichtigheid om de Eigen Kracht-conferentie toe te passen in gezinnen waar kindermishandeling speelt. Deze interventie bleek namelijk te leiden tot een toename van de kindermishandeling, meer en langere uithuisplaatsingen en meer inzet van professionele zorg (Shlonski & Saini, 2011; Sundell & Vinnerljung, 2004).
Je kunt samen met het gezin ook Signs of Safety inzetten: een methode die bedoeld is om een veilige (opvoed)situatie voor het kind te creëren. Signs of Safety wordt toegepast in situaties waarin kindermishandeling wordt vermoed of is gesignaleerd. Binnen deze methode kun je als jeugdprofessional ook een netwerkconferentie inzetten om het sociale netwerk te betrekken bij het verbeteren en waarborgen van de veiligheid van het kind.
Mogelijk voordeel van een Signs of Safety-netwerkconferentie boven een familienetwerkberaad of Eigen Kracht-conferentie is dat je als jeugdprofessional nauwer betrokken blijft na de netwerkconferentie. Waar nodig kun je samen met het gezin en het netwerk het plan bijstellen.
Aandachtspunt bij de inzet van het sociale netwerk is dat er realistische afspraken gemaakt worden die goed zijn vol te houden. Soms overschat het netwerk zichzelf daarin en is het noodzakelijk dat jij als jeugdprofessional helpt om realistische afspraken te maken.
Het is mogelijk dat het sociale netwerk bij bepaalde situaties geen of weinig steun biedt en deze steun ook niet kan bieden – of dat het zelfs een negatieve invloed op de situaties heeft. Investeer in zo’n geval in de opbouw en het onderhoud van een steunend sociaal netwerk.