
Effectieve algemene kenmerken
Toelichting op de aanbeveling
-
Maak bij het ondersteunen en behandelen van kinderen met dyslexie gebruik van algemeen werkzame factoren. Denk aan intensiteit, herhaling, een gestructureerde, systematische opzet, expliciete doelen, directe feedback, en een oplopende moeilijkheidsgraad en complexiteit van de lees- en spellingoefeningen. Gebruik waar mogelijk een programma waarvan de effectiviteit is aangetoond.
Zowel de Stichting Dyslexie Nederland (De Jong et al., 2016) als Blomert (2006a,b), Tijms en collega’s (2021) en Braams (2019) hebben daar lijsten van opgesteld. Op basis van verschillende bronnen (zoals Carr, 2009; Griffiths & Stuart, 2013; Hattie, 2014; Loykens et al., 2010; Ruijssenaars et al., 2009; Rose, 2009; Van Yperen et al., 2003) noemen zij de volgende kenmerken die behandelsucces bevorderen, ongeacht de specifieke inhoud van de behandeling:
- Het systematisch stellen van doelen. De behandelaar doet dit in samenspraak met het kind, waar nodig met de ouders en school.
- Een goede structurering van de interventie, met een planmatige en systematische opbouw, en een duidelijk begin- en eindpunt.
- Overgang naar een volgend onderwerp zodra het kind een onderwerp beheerst.
- Herhaling van eerder behandelde onderwerpen.
- Een gestandaardiseerd programma, met aandacht voor individuele verschillen.
- Expliciete directe instructie en effectieve feedback.
- Intensieve training onder individuele begeleiding, waarbij het kind meerdere keren per week oefent.
- Uitvoering van de interventie zoals beoogd (behandelintegriteit).
- Aantoonbare professionaliteit van de behandelaar.
- Goede werkomstandigheden voor de behandelaar, waaronder een rustige en structureel beschikbare werkplek, heldere werkafspraken en fijne werkrelaties.
Verdieping en onderbouwing
Uit bovenstaande blijkt het belang van een gestructureerde, systematische en doelmatige opzet van de dyslexiebehandeling. Het gaat er daarbij om kinderen lees- en spellingvaardigheden stap voor stap aanleren. De moeilijkheidsgraad en complexiteit van de lees- en spellingsoefeningen moet daarbij geleidelijk toenemen. Deze aanpak komt overeen met de principes van het directe instructiemodel (Swanson et al., 1999).
Singleton (2009) concludeert op basis van een uitgebreid literatuuronderzoek dat effectieve behandeling bestaat uit systematische, intensieve instructie en het gebruik van teksten die oplopen in moeilijkheid. Kinderen met dyslexie hebben nog meer dan hun leeftijdsgenoten zonder leesproblemen behoefte aan deze systematiek en structuur (Lyon et al., 2003). Verschillende onderzoekers bevestigen dat effectieve dyslexiebehandeling intensief, systematisch en expliciet moet zijn (Shaywitz et al., 2008; Snowling, 2012). Stichting Dyslexie Nederland pleit dan ook voor protocollering van de dyslexiebehandeling. Dit protocol bevat dan een beschrijving van te nemen beslissingen, waarmee het een leidraad is voor de behandeling van alle kinderen. Het biedt houvast om behandeling vorm te geven volgens de nieuwste wetenschappelijke en klinische inzichten, maar is niet dwingend. Er kan van worden afgeweken als specifieke kenmerken van het kind of omstandigheden daarom vragen.
Doelgericht werken
Het belang van doelgericht werken wordt niet alleen binnen dyslexiebehandeling erkend, maar ook breder – zowel in het onderwijs als in de jeugdzorg (Hattie & Timperley, 2007; Pameijer & Van Beukering, 2015). Doelen geven richting aan het behandelproces, maken verwachtingen expliciet en zorgen dat alle betrokkenen op één lijn zitten. Doelen zijn vooral effectief als ze duidelijk, uitdagend en haalbaar zijn (Hattie & Timperley, 2007). Dit houdt in dat een kind en diens ouders moeten begrijpen op welk niveau het kind nu functioneert, wat het doelniveau is en wat er voor nodig is om dat doel te bereiken. Daarbij is het belangrijk dat het genoemde doel voor het kind zelf belangrijk is. Dat motiveert het kind om zich in te spannen. Als ook de ouders het doel onderschrijven, zullen die ouders gemotiveerd zijn om hun kind te helpen dit doel te behalen.
In het geval van dyslexiebehandeling is het belangrijk dat het doel is afgestemd op de individuele situatie van het kind. Een kind dat moeite heeft met het onderscheid tussen de ‘ui’ en de ‘eu’, zal gemotiveerd zijn om deze klank-tekenkoppelingen te leren, terwijl een kind met een zeer laag leestempo gemotiveerd zal zijn om dat tempo te verhogen.
Daarnaast zijn niveaudoelen vaak betekenisvoller dan vooruitgangdoelen. Zo zal een kind zich meer kunnen voorstellen bij het doel ‘na twaalf weken wil ik AVI E5-teksten op voldoende niveau kunnen lezen’, dan bij het doel ‘in de eerste behandelperiode wil ik een leerrendement van 1 behalen’. Door het kind bij het formuleren van behandeldoelen te betrekken of zelf de behandeldoelen te laten formuleren, zijn betekenisvolle doelen op te stellen (Vroland‐Nordstrand et al., 2016).
Feedback geven is een essentieel onderdeel van doelgericht werken (Hattie & Timperley, 2007). Daarbij gaat het erom geregeld te bekijken hoever het kind al is gevorderd richting het gestelde doel (feedback) en te bespreken welke ontwikkeling nog nodig is om het doel daadwerkelijk te behalen (feedforward). Het is dus nodig om de doelen zó te formuleren dat deze concreet en meetbaar zijn. En om – na de periode waarbinnen een doel gehaald moet worden – toetsen af te nemen die op dit doel zijn afgestemd. Dat geldt voor doelen gericht op de lees- en spellingprestaties, maar ook voor doelen gericht op het sociaal-emotioneel functioneren. Gezien de geschiedenis van faalervaringen bij veel kinderen met dyslexie verdient het aanbeveling om haalbare doelen te formuleren. Dit stelt kinderen in staat succeservaringen op te doen.
Andere vormkenmerken
Als het gaat om de effectiviteit van andere vormkenmerken van dyslexiebehandeling zijn de bevindingen niet eenduidig. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende kenmerken:
- Behandelduur en -intensiteit: de meta-analyse van Galuschka en collega’s (2014) laat zien dat behandelingen met een langere duur (>12 weken) en hogere intensiteit (>15 uur) effectiever zijn dan minder lange of intensieve behandelingen. Scheltinga, Wang, Voeten en Verhoeven (2016) bevestigen deze conclusie. Maar een andere meta-analyse van de behandeling van kinderen met leesproblemen (National Reading Panel, 2000) trof geen verschil aan in de effectiviteit tussen behandelingen met een verschillende behandelduur.
- Setting: Galuschka en collega’s (2014) vonden geen verschil in effectiviteit van behandelingen in een verschillende behandelsetting. Individuele, computergestuurde en groepsgewijze behandelingen leidden volgens hen tot vergelijkbare resultaten. Uit de meta-analyse van Slavin, Lake, Davis en Madden (2009) bleek daarentegen dat een individuele behandeling effectiever was dan een behandeling in groepsverband.
- Behandelaar: Galuschka en collega’s (2014) concluderen dat de effecten van een dyslexiebehandeling sterker zijn als deze wordt uitgevoerd door de ontwikkelaar van een behandelprogramma dan als ze wordt uitgevoerd door een leerkracht. Graham en Santangelo (2014) vinden grotere effecten bij wetenschappelijk geschoolde behandelaars. Maar Scheltinga en collega’s (2016) zien vergelijkbare resultaten bij behandelingen uitgevoerd door leerkrachten, door vrijwilligers en door wetenschappers.
Voordelen computerprogramma’s
De meeste behandelprogramma’s in Nederland gebruiken een computerprogramma. Dit biedt onder andere deze voordelen:
- De aanbiedingsduur van woorden is nauwkeurig in te stellen.
- Er is snelle en gerichte feedback mogelijk.
- Prestaties zijn makkelijk te noteren, zodat vooruitgang goed valt te monitoren.
- Het kind kan oefenen en feedback ontvangen bij afwezigheid van een behandelaar en dus oefenen in de thuissituatie (zie ook Singleton, 2009).
- Werken met een computer is mogeljk interessanter voor kinderen dan behandeld worden door een volwassenen. Daarmee kan werken met een computer hun motivatie en concentratie bevorderen.
Er is bewijs dat het gebruik van een computerprogramma de behandeleffectiviteit verhoogt, zowel bij lezen als spelling (Nicolson et al., 2000; Saine et al., 2013). Voor deze hogere effectiviteit is het wel belangrijk dat de behandeling niet uitsluitend via de computer plaatsvindt, maar begeleid wordt door een behandelaar (Azevedo et al., 2008).
Het bewijs voor de positieve impact van computerprogramma’s is vooralsnog beperkt. En er is geen onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van een computerprogramma op Nederlandse dyslexiebehandelingen.