Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Dyslexie
Jongere met tas kijkt om

Hoogbegaafdheid

Toelichting op de aanbeveling

  • Richt de ondersteuning en behandeling van hoogbegaafde kinderen met dyslexie op zowel de kenmerken van hoogbegaafdheid als op de kenmerken van dyslexie. Zet hierbij een vergelijkbare dyslexiebehandeling in als voor gemiddeld intelligente kinderen met dyslexie. Besteed daarnaast expliciet aandacht aan het versterken van hun talenten, het bevorderen van hun autonomie, het geven van inzicht en het aanleren van effectieve copingstrategieën.

Hoewel er nauwelijks onderzoek is gedaan naar de effectiviteit van interventies voor hoogbegaafde kinderen met dyslexie, wordt over het algemeen aangeraden om de begeleiding van deze doelgroep te richten op zowel de kenmerken van hoogbegaafdheid als de kenmerken van dyslexie. Enerzijds door de talenten van de kinderen inzichtelijk te maken en te versterken, anderzijds door de onvoldoende ontwikkelde vaardigheden te trainen (Neihart, 2008; Nielsen & Higgins, 2005). 
Dit betekent dat voor hoogbegaafde kinderen met dyslexie een vergelijkbare dyslexiebehandeling geïndiceerd is als voor gemiddeld intelligente kinderen met dyslexie (Montgomery, 2003; Van Viersen et al., 2018). Daarbij kan het wel zinvol zijn om binnen het standaardprotocol van de dyslexie­behandeling aanpassingen te doen op basis van de specifieke kenmerken van elk individuele kind. 

Van Viersen en collega’s (2018) geven op basis van een literatuurstudie richtlijnen voor mogelijke aanpassingen:

  • Het bieden van psycho-educatie over dyslexie en hoogbegaafdheid – zowel aan het kind als aan diens ouders en leerkracht. Centrale doel is dat het kind en de belangrijke volwassenen in diens omgeving zich bewust worden van de talenten van dat kind. Op die manier kan het een positief zelfbeeld ontwikkelen en zichzelf niet tekortdoen als het toekomstplannen maakt. Om hiervoor te zorgen, is het ook belangrijk dat het kind, de ouders en de leerkracht weten welke belemmeringen dyslexie kan veroorzaken en hoe hiermee rekening valt te houden.
  • Het actief betrekken van het kind bij de opzet van het programma van de dyslexiebehandeling. Hoogbegaafde kinderen zijn vanwege hun sterke talige en redeneervaardigheden vaak goed in staat om mee te denken over de inhoud van hun behandelprogramma. Dit sluit aan op hun vaak grote behoefte aan autonomie.
    Het is bijvoorbeeld mogelijk om samen met het kind een sterkte-zwakteanalyse te maken en doelen op te stellen. Er zijn bij deze kinderen per definitie talenten aanwezig. Het is belangrijk om in kaart te brengen hoe die in te zetten zijn ter compensatie van de dyslexie. Bij het stellen van doelen is het vooral belangrijk om te zorgen dat het kind leert realistische verwachtingen te hebben en haalbare doelen te stellen.
  • Het bieden van inzicht in de systematiek van de Nederlandse taal en bijbehorende spellingregels. Hieronder valt bijvoorbeeld begrip van de invloed van morfologie. Net als het besef dat het Nederlands een alfabetische taal is waarbij de weergave van klanken in schrift plaatsvindt op foneemniveau. Zulk inzicht in de systematiek van het Nederlands verhoogt de motivatie om simpele oefeningen uit te voeren die zich richten op de klank-tekenkoppelingen en automatiseringstaken (‘stampen’).
  • Een specifieke focus leggen op het aanleren van spellingregels en -algoritmes. Omdat hoogbegaafde kinderen geneigd zijn conceptueel te denken, hebben zij extra baat bij ondersteuning op het gebied van systematische regels.
  • Het geven van coaching, gericht op een beter zelfbeeld, sterkere motivatie en/of positievere mindset.
  • Het aanleren van effectieve copingstrategieën.
  • Het toepassen van technieken uit de cognitieve gedragstherapie, gericht op emotieregulatie of het bestrijden van faalangst.

Kinderen die zowel kenmerken van hoogbegaafdheid als kenmerken van een leer- en/of gedragsprobleem hebben, worden ook wel ‘dubbel bijzonder’ (‘twice exceptional’) genoemd. Het gaat hierbij om een heel kleine groep. Hoogbegaafde kinderen met dyslexie hebben – naast de in deze richtlijn uitgebreid omschreven kenmerken van dyslexie – vaak sterke redeneer- en probleemoplossingsvaardigheden, een uitgebreide woordenschat en een scherp gevoel voor humor. Bovendien zijn zij nieuwsgierig, perfectionistisch en creatieve, scherpe denkers (Neihart, 2008; Nielsen & Higgins, 2005). 

Er bestaan grote individuele verschillen tussen hoogbegaafde kinderen met dyslexie (zie onder andere Berninger & Abbott, 2013). Bij het vormgeven van dyslexiebehandeling is het dan ook heel belangrijk om na te gaan welke kenmerken bij een individueel kind aanwezig zijn – en in welke mate. 
Een veelgenoemd kenmerk van hoogbegaafde kinderen met dyslexie is een sterk gevoel van falen (Baum & Owen, 1988). De grote kloof tussen hun intellectuele mogelijkheden en schoolprestaties leidt tot tegenstrijdigheden (King, 2005). Zo ervaren ze dat sommige taken hen makkelijk afgaan, terwijl zij andere taken moeilijk vinden. Ook hebben zij hoge verwachtingen over hun functioneren, die vanwege hun leerproblemen niet altijd realistisch zijn. Bovendien vinden zij sommige taken zowel ingewikkeld als saai. 
Deze kinderen krijgen ook vaak tegenstrijdige feedback. Zij worden vaak beoordeeld op hun zwakke schoolprestaties, waardoor hun sterke denkvaardigheden niet erkend worden (Fischer, 2002). Anderzijds zijn er ook kinderen die worden beoordeeld op hun talige en redeneervaardigheden, waardoor hun specifieke leerproblemen niet worden erkend en begeleid (Gardynik & McDonald, 2005). 

Als gevolg van hun faalervaringen hebben deze kinderen vaak een laag zelfbeeld, zijn zij gefrustreerd over school en ervaren zij sociale problemen omdat zij het gevoel hebben lastig aansluiting te vinden op klasgenoten (Gardynik &McDonald, 2005; King, 2005; Swesson, 1994; Weill, 1987; Yssel et al., 2010). Bij sommige kinderen, voornamelijk jongens, leiden dit soort frustratiegevoelens tot gedragsproblemen (Reis, Baum & Burke, 2014). Kinderen die het gevoel hebben geen aansluiting te vinden op leeftijdsgenoten, zeggen ook gevoelens van eenzaamheid te hebben (Yssel et al., 2010). 

Ondanks deze sociaal-emotionele problematiek blijkt uit een review-studie van Beckman en Minnaert (2018) dat hoogbegaafde kinderen met dyslexie over het algemeen beschikken over een sterke motivatie, een groot doorzettingsvermogen en adequate copingstrategieën. 

Zie voor een uitwerking van de aanpassingen in de behandeling de Richtlijn lees- en spellingproblemen in combinatie met hoogbegaafdheid (2018). Deze is te downloaden via www.stichtingdyslexienederland.nl.